am:talent top 25: 'Nieuwe partijen hebben 10 jaar datakennis, dat is onze achterstand'

am:talent top 25: 'Nieuwe partijen hebben 10 jaar datakennis, dat is onze achterstand'
Foto's: Dennis Wisse

Innoveren is veel meer dan met je tijd meegaan. En bovendien hard nodig voor zowel verzekeraars als het intermediair. Dat vinden jonge verzekeringsprofessionals die tijdens een rondetafelgesprek bij schadespecialist Van Ameyde in Rotterdam de branche anno 2019 bespraken in het kader van de am:talent top 25. "We hebben als branche stappen gezet en nu denken we dat we er bijna zijn. Maar dat valt tegen."

“Werken in de verzekeringsbranche is een beetje als beginnen met koffie drinken”, zegt Mats Duijndam (27), teammanager personenschade bij Nationale-Nederlanden. Met andere woorden: je moet eraan wennen, je gaat het steeds meer waarderen. “Nu spreekt vooral het leidinggevende aspect me aan. Hoe motiveer je mensen en hoe krijg je ze mee in verandering. Door een tijdje bezig te zijn in de sector ben ik het heel leuk gaan vinden.”

Maatschappelijke impact

Dat geldt ook voor de andere zeven talentvolle twintigers uit de branche die deze woensdagmiddag bij gastheer Van Ameyde in Rotterdam hun blik werpen op het verzekeringsvak anno nu. Voor geen van allen stond vooraf vast dat ze bij een verzekeraar of intermediair terecht zouden komen. Of zoals Martijn Kindt (27), businessdeveloper bij FBTO, zegt: “Toen ik studeerde dacht ik dat een bank of verzekeraar wel het laatste zou zijn waar ik zou gaan werken. Via een gastcollege kwam ik met de branche in aanraking. Het bleek interessant en nu ervaar ik hoe leuk het is omdat je ontzettend veel maatschappelijke impact kunt hebben.”

Impact probeert ook Jochem van Stiphout (28) te hebben, maar dan over de grens. Het Verbond van Verzekeraars noemt hem ‘onze man in Brussel’. Daar behartigde hij als lobbyist eerder de belangen van blinden en slechtzienden en een grote afvalverwerker, maar sinds begin dit jaar doet hij dat voor verzekeraars. “Ik wilde iets meer diepgang, werken voor een sector waarbij meer kennis nodig is om die goed te kunnen vertegenwoordigen. Die keus bevalt me heel goed, vooral door de afwisseling tussen financiële onderwerpen en thema’s als verkeersveiligheid of extreem weer.”

Juristen

Rechten blijkt een goede vooropleiding voor een geslaagde kickstart in de sector. Vier van de acht talenten aan tafel hebben een juridische vooropleiding; alleen Nienke Bootsma (26) doet daar nog iets mee. Als jurist en letselschadebehandelaar bij Van Ameyde behandelt zij claims over medische aansprakelijkheid en de proefpersonenverzekering. “Ik had niet verwacht al zo snel zelf grote zaken te behandelen.”

Adriënne van Welie (27) groeide van jurist op de rechtsbijstandsafdeling van Klaverblad Verzekeringen door tot projectmanager. Op dit moment leidt ze een automatiseringsproject dat ervoor moet zorgen dat de verzekeraar efficiënter, sneller en klantvriendelijker kan werken. “Ook bij andere projecten ben ik de spil die alle partijen samenbrengt.”

“Rechten is blijkbaar een goede basis”, zegt Van Welie. “Het is de manier van denken, je leert op een bepaalde wijze naar teksten kijken, verbanden leggen. Dat neem je mee in je werk”, vult Lisanne Goos (28) aan. Ook zij dacht niet na een rechtenstudie inde verzekeringswereld terecht te komen. Inmiddels integreerde ze bij ASR de particuliere schadeverzekeringen van Generali en is ze nu bezig met de omvangrijke conversie van het administratiesysteem voor zakelijke schade.

Cyberuitdaging

De laatste jurist in het gezelschap, Michel Hogenkamp (29), werkt bij intermediair Vrieling Adviesgroep, als inkomenspecialist bij bedrijfsonderdeel ABC Pensioen. “Het is erg leuk om bij ondernemers eerst de risico’s in kaart te brengen en als dat risico er daadwerkelijk is het passend af te dekken.” In Hogenkamps geval gaat het vaak over financiële planning en arbeidsongeschiktheid, zijn collega’s zijn er om het mkb ook te wijzen op bijvoorbeeld cyberrisico’s. Cyber is ook het domein van cyber analytics consultant Algina Grigaliunaite-Bouman (29) van Aon. “Met het cyberteam zijn we binnen Aon te vergelijken met een corporate start-up. Heel leuk om daar onderdeel van te zijn.”

Grigaliunaite-Bouman, die onverhoopt verlaat is en daardoor niet op de groepsfoto staat, is resoluut als het gesprek gaat over de risico’s die de grootste uitdaging voor de branche vormen. “Cyber! Er zijn twee categorieën bedrijven. Een die al te maken heeft gehad met een cyberaanval en een die er nog mee te maken gaat krijgen. Vaak zijn ondernemers zich er niet bewust van in welke categorie ze vallen. Het is een challenge om ze echt bewust te maken van cyberrisico’s. Die zijn immers zeer veranderlijk en vaak nog ongrijpbaar. De impact is vaak niet goed zichtbaar, zoals wel het geval is bij brand.”

Wegvallen van risico’s

Dat beaamt Hogenkamp. “Er wordt door mijn collega’s echt op gehamerd, maar ondernemers zien de risico’s vaak nog niet.” Voor arbeidsongeschiktheid hebben ondernemers wel oog, maar ook pensioen is volgens de adviseur een onderbelicht punt. “Dat is al jaren zo, het is dus geen nieuw risico, maar wel iets om ons heel erg bewust van te zijn.”

Er is meer dan cyber, benadrukken de panelleden. “De lijst met moeilijk te verzekeren risico’s groeit. Koeriersdiensten bijvoorbeeld, of recyclingbedrijven. Zorgelijk”, vindt Goos. “Ook het wegvallen van risico’s vormt een risico voor de branche”, stelt Kindt. “Als ons wagenpark er anders uit gaat zien, is het misschien niet langer de consument die zich verzekert. Dan kan veel business wegvallen.”

Sommige risico’s zijn te groot om enkel bij verzekeraars neer te leggen, vindt Goos. “Bijvoorbeeld een dijkdoorbraak. Met de overheid zouden we kunnen kijken hoe we hier als verzekeraar een rol in kunnen spelen.” Die discussie loopt al lang, weet Van Stiphout. “Tot nu toe is het standpunt van de overheid: onze beste verzekering zijn de dijken. Toch is klimaat, ook met al onze rivieren, een grote onzekere factor. Het blijft een wens van verzekeraars om met steun van de overheid zo’n verzekering aan te bieden, maar dat is een heel lastig traject.”

Tot nu toe is het standpunt van de overheid: onze beste verzekering zijn de dijken. Toch is klimaat een grote onzekere factor”

Klimaat: dubbel risico

“Onderschat niet dat het klimaat voor verzekeraars een dubbel risico is”, zegt Van Stiphout. “Door extreem weer ontstaan andere schades. Daarnaast kleven aan de transitie waar we inzitten, het installeren van zonnepanelen en warmtepompen, ook risico’s, bijvoorbeeld op het gebied van brandveiligheid.” Eigenlijk is daarvoor een keurmerk nodig, oppert Bootsma. “Nu kan elke cowboy zonnepanelen op je dak leggen.” Van Stiphout: “Het is een aspect waar nog weinig aandacht voor is, maar als die nieuwe schadelast bij verzekeraars terechtkomt, schieten we er weinig mee op.”

Waar Van Stiphout in Brussel voor lobbyt, is dat nieuwe (Europese) wetgeving innovatie bij verzekeraars niet in de weg zit. “Je wilt bijvoorbeeld niet dat regelgeving de uitwisseling van data in de weg zit. Tegelijkertijd zien we dat het afdekken van risico’s niet alleen door verzekeraars gedaan kan worden. Andere partijen zonder verzekeringsvergunning willen dezelfde diensten aanbieden. Ons belang is tweeledig: zorgen voor ruimte voor innovatie en zorgen voor een gelijk speelveld.”

Nieuwe diensten

Volgens Hogenkamp zit innovatie vooral in de zoektocht naar nieuwe diensten, voor zowel verzekeraars als het intermediair. “In het mkb zijn bepaalde risico’s moeilijk te verzekeren. Een AOV voor een fysiek beroep als stratenmaker is heel lastig, zeker als iemand last heeft van zijn rug of knie. Wij hebben een dienstenpakket ontwikkeld, nu nog als pilot, gericht op preventie in gezondheid, gezins- en bedrijfscontinuïteit en inkomen. Het dienstenpakket willen we in de toekomst los van een AOV kunnen aanbieden.”

Kindt noemt een heel ander voorbeeld van innovatie: een rijstijlverzekering zonder dongel. Volgens hem is dat horizon twee op de innovatietijdijn: inspelen op verzekeringstrends. Onder de eerste horizon verstaat hij bestaande producten beter toespitsen op de klant. “Bij horizon drie gaat het om echt nieuwe inzichten in verzekeren, dingen die we nog niet hebben. Je ziet andere grote spelers zich bewegen richting diensten, zoals pechhulp on demand. Wij proberen innovatie juist te zoeken binnen het steeds leger rakende verzekeringsdomein.”

Tweaken

“Ik denk dat iedereen bezig is met innovatie. De samenleving verandert snel. Als je niet innoveert, komen vraag en aanbod op den duur niet overeen”, zegt Goos. “ASR introduceert dit najaar Vitality, het koppelen van bewegen en een gezonde levensstijl aan korting op zorgverzekeringen en AOV’s. Verzekeraars kunnen steeds meer met data doen.”

Vinden we deze voorbeelden echt innovatie, vraagt Duijndam zich hardop af. “Het voelt als tweaken van bestaande producten. Als we echt willen vernieuwen, moeten we andere producten en nieuwe diensten aanbieden en niet alleen bestaande producten verbeteren. We lopen achter op de telecombranche. Die heeft de klappen al gehad. KPN ging bijna omver doordat whatsapp het sms’je verdrong. Dat moment gaan wij nog krijgen. De vraag is of je het dan redt met korting op een verzekering.”

“Technologie kan wel helpen risico’s beter te overzien”, reageert Bootsma. “Een smartwatch kan ouderen waarschuwen dat ze pillen moeten nemen of een diabeet melden dat hij insuline moet spuiten. Daarmee kun je risico’s managen, dat vind ik een interessante innovatie binnen zorgverzekeringen.”

We hebben als branche wel stappen gezet en nu denken we dat we er bijna zijn. Maar dat valt tegen”

Traditionele ogen

Wat deze talenten in branchediscussies in ieder geval niet meer willen horen, is dat innovatie niet nodig is. Je hoort het nog regelmatig, zeggen ze. De nieuwe lichting wil daar ‘tegenaan schoppen’. “We doen het al 20 jaar zo”, vat Duijndam dat geluid samen. “Dat komt deels ook door hoe bedrijven georganiseerd zijn. Je hebt je eigen dossiers. Ongeacht of ze al jaren hetzelfde doen, ik geloof dat medewerkers hun werk zo goed mogelijk willen doen en ideeën hebben voor innovatie, maar daar niet altijd de ruimte voor krijgen.”

“Zeg je nu dat de eerste innovatieslag die we te maken hebben niet gaat over wat we doen, maar hoe we het zelf doen?”, vraagt Van Welie. De tafel knikt. Iedereen kent de voorbeelden van stapels papieren post en aan elkaar geknoopte IT-systemen bij verzekeraars die niet jaren maar decennia achterlopen op de digitale structuur van insurtechs en andere start-ups. Van Welie: “We hebben als branche wel stappen gezet en nu denken we dat we er bijna zijn. Maar dat valt tegen.”

We kijken te veel met traditionele ogen naar nieuwe risico’s”

“We kijken te veel met traditionele ogen naar nieuwe risico’s”, vult Grigaliunaite-Bouman aan. “Bij cyberverzekeringen gebruiken we soms nog oude, brede begrippen. Die bieden ongewenste ruimte voor zogenoemde silent risks. Dat leidt tot onduidelijkheid.” Van Welie: “We moeten onszelf opnieuw uitvinden, niet alles op dezelfde manier blijven doen. Zo houden we bestaansrecht voor de toekomst.”

Track and trace

“Laten we als verzekeraar eens met bol.com praten. Zij lopen met hun klantreis zo ver op ons voor”, stelt Bootsma voor. Klanten verlangen zo’n zelfde ervaring ook van verzekeraars, zegt Duijndam. “Ze sturen een schademelding en verwachten binnen 24 uur een reactie. Een pakketje ontvang ik toch ook binnen een dag?”

We moeten onszelf opnieuw uitvinden, niet alles op dezelfde manier blijven doen. Zo houden we bestaansrecht voor de toekomst”

Van Welie: “Je kunt denken: bol.com en Coolblue verpesten het voor ons. Maar zo moet je niet kijken. In plaats van te zeggen ‘dat kan natuurlijk niet’, moeten we de klant iets kunnen geven, zodat hij weet wat hij van ons mag verwachten.” Oftewel: hoe kun je de klant zo bedienen voordat hij een vraag gaat stellen, zegt Kindt. “Mooi voorbeeld is dat je met track and trace je claim kunt volgen, dat is de klant al gewend van zijn pakketje.”

Digitalisering en innovatie zijn hard nodig, concludeert hij. Nieuwe toetreders nemen anders de rol van verzekeraar over. “Kijk naar Lemonade, hoe zij alles digitaliseren. Wij zeggen: we hebben 200 jaar verzekeringskennis. Maar zij zeggen: jullie hebben 200 jaar legacy.” Duijndam: “En zij hebben waarschijnlijk 10 jaar datakennis. Dat is onze achterstand.”

Millennial

Ver vooruitkijken als het om hun eigen carrière gaat, doen de jonge verzekeringsprofessionals niet. Grigaliunaite noemt dat zelfs ‘een beetje millennial’ van zichzelf. “Ik wil geen baan waarin ik me snel verveel. Als ik kijk naar cyber en risicomanagement weet ik dat er uitdagingen genoeg zijn, ik ben niet bang dat dit snel gaat vervelen.”

Wij zeggen: we hebben 200 jaar verzekeringskennis. Maar nieuwe toetreders zeggen: jullie hebben 200 jaar legacy”

De andere millennials lijken er net zo in te staan. “Ik doe wat ik leuk vind en ik heb nog nooit verder gekeken dan morgen. En morgen ben ik nog gewoon projectmanager bij Klaverblad. Als ik dat niet meer leuk vind, kijk ik overmorgen wel wat ik ga doen”, zegt Van Welie. Duijndam: “Ik wil niet te lang op één plek zitten, maar ik kan nog steeds heel veel zien en leren.”

Hogenkamp stelt zichzelf elk jaar de vraag of hij een nieuwe uitdaging nodig heeft. Als het project waarbij Vrieling zoekt naar nieuwe vormen van dienstverlening klaar is, is hij toe aan iets nieuws. “Ik houd van verandering, maar dat kan heel goed binnen de verzekeringswereld; er zijn nog veel stappen mogelijk.”

Dynamiek

“Welke functie ik over vijf jaar heb? Geen idee”, reageert Goos. “Juist zo leuk aan werken bij een verzekeraar is dat het dynamisch is, je kunt op allerlei plekken terechtkomen. Ik focus me op wat ik leuk vind, in plaats van op een functie. Ik wil mensen verbinden, impact hebben en meedenken over de toekomst.”

Van Stiphout hoopt verzekeraars in Brussel, maar ook in Den Haag, breder te positioneren dan enkel als financiële dienstverleners. “Hoe zorg je dat je niet alleen met beleidsmakers over financiële zaken kunt spreken, maar ook over bijvoorbeeld verkeersveiligheid en landbouw. Als ik dat voor elkaar krijg, kan ik dit nog jaren blijven doen.”

“Wellicht wil ik doorgroeien naar een leidinggevende functie. In ieder geval wil ik me blijven ontwikkelen, het moet wel uitdagend blijven”, zegt Kindt. Bootsma zit op dezelfde lijn. “Nu wil ik me graag verder specialiseren in medische aansprakelijkheid. Afwisseling en uitdaging zijn belangrijk.”

Creativiteit en vrijheid

Zorgen dat ook de generatie na hen voor het verzekeringsvak kiest, doe je door studenten enthousiast te maken op inhouse- dagen, met gastcolleges en met aantrekkelijke traineeships, zeggen bijvoorbeeld Duijndam en Kindt. Jongeren enthousiasmeren, is ook een taak die Bootsma bij haar werk vindt horen. “Studenten weten niet wat werken in de verzekeringsbranche inhoudt en het klinkt niet sexy. Ik heb weleens verteld over een zaak met drie kinderen waarbij ik vraag: wat zou jij doen, elk kind 500 euro smartengeld geven of de familie naar Disneyland sturen? Kan dat ook, vragen ze dan verbaasd. Ja, je kunt creatief zijn in dit vak. Over die creativiteit en vrijheid moeten we praten en gastcolleges geven.”

Het laatste woord voordat de talenten aan de borrel gaan, is eveneens voor Bootsma. Niet over waar ze over vijf jaar wil staan, maar over wat de ronde tafel hoopt dat niet blijkt te kloppen als ze deze reportage in 2024 nog eens zouden lezen. Even laat ze de vraag op zich inwerken. Maar dan zonder aarzeling: “Dat klimaatproblemen verzekerd moeten worden.”

Toekomst voor de tussenpersoon

De Independers van deze wereld maken het consumenten wel erg gemakkelijk om zelfstandig en rechtstreeks hun verzekeringen af te sluiten, constateert Martijn Kindt tijdens de ronde tafel. Schakelen twintigers eigenlijk nog wel het intermediair in? Wie het de verzekeringstalenten van 2019 vraagt, krijgt optimistische reacties. Er is beslist een toekomst voor de tussenpersoon.

Doordat Jochem van Stiphout zowel in Brussel als Den Haag woont en werkt, heeft hij in beide landen verzekeringen. In Nederland regelt hij alles zelf, in België is dat volgens hem een stuk lastiger. “Je kunt daar veel minder makkelijk zelf polisvoorwaarden naast elkaar leggen. Een echt goede vergelijkingswebsite is er niet. In België loop je veel eerder de verzekeringswinkel binnen. Dan heb je het dus over adviseurs van de verzekeraar.”

Kindt zou een hypotheek niet alleen willen uitpluizen. “Dat vind ik een complex product, waarvan de voorwaarden nog niet simpel en transparant zijn.” De meeste twintigers zijn nog niet zover dat ze over een hypotheek nadenken. Nienke Bootsma en Mats Duijndam zoeken het daarom voorlopig liever zelf uit. “Ik heb geen auto, een telefoon van vier jaar oud, mijn kostbaarste bezit is mijn laptop. Mijn zorgverzekering heb ik in vijf minuten afgesloten bij Independer. Dat is nog het dichtst dat ik bij een tussenpersoon ben gekomen”, zegt Bootsma. Duijndam, eveneens zonder auto of koophuis: “Als ik iets niet weet, ga ik even buurten bij een collega. Wordt het complexer, dan stap ik misschien wel naar een adviseur.”

Deuk in nummerbord

“Veel mensen redden zich op dit gebied wel, maar zodra het ingewikkelder wordt met een huis en hypotheek of als ze ondernemer zijn, dan denk ik dat je niet onder het intermediair uitkomt”, reageert Michel Hogenkamp. Lisanne Goos vult aan: “Ook bij particulieren zitten nog wel complexe risico’s. Asbest in een woonhuis bijvoorbeeld, daarin zitten best grote verschillen tussen polissen. Ook bij preventie heeft een adviseur toegevoegde waarde. Veel particulieren realiseren zich niet dat als je veel kleine schades claimt, je je op een gegeven moment niet meer kunt verzekeren.” Kindt: “Een tussenpersoon kan ook adviseren een schade niet in te dienen, als je kosten daardoor omhoog gaan. Moet je een deuk in je nummerbord echt claimen? Kun je dat zelf niet dragen? Daar gaat verzekeren immers over.”

Gemak

Goos heeft haar polissen wel uit handen gegeven aan een adviseur. “Ik geloof dat ze meerwaarde kunnen bieden, er zijn zoveel verschillende polisvoorwaarden", zegt ze. Gemak speelt voor haar ook een rol, net als bij Adriënne van Welie. “Ik ben al de hele dag bezig met verzekeringen. Ik kende een tussenpersoon via mijn werk, ik was wel gecharmeerd hoe die het deed in een situatie waar ik ze als tegenpartij had. Goed bereikbaar, altijd fijne antwoorden. Zij hebben alles voor mij geregeld. Kan ik iedereen aanraden.”

Dit verhaal met de lijst met 25 verzekeringstalenten verschijnt ook in AM51. Het nummer valt vrijdag op de mat. Een pdf van de lijst downloaden kan hier.