Het slachtoffer raakt in 1996 arbeidsongeschiktheid, doordat zij op de fiets 'aangereden' wordt door een opholgeslagen paard. De vrouw stelt de eigenaar van het paard aansprakelijk. De aansprakelijkheidsverzekeraar, RVS, neemt de schaderegeling ter hand, schakelt een medisch deskundige in en keert totaal _ 53.854 uit, waaronder in 2004 nog eens _ 26.000 als "slotbepaling". Hierna worden de onderhandelingen gestaakt.
De vrouw eist uiteindelijk een schadevergoeding van bijna _ 320.000, maar volgens RVS is de zaak inmiddels verjaard. De vrouw stelt voor de rechtbank dat de verjaring is gestuit, omdat RVS in 2004 nog voorschotten heeft uitbetaald. De betalingen houden volgens de vrouw impliciet een schuldbekentenis in. De rechtbank oordeelt anders: het verstrekken van voorschotten door RVS, zonder expliciete erkenning van aansprakelijkheid, mogen niet opgevat worden als een erkenning van het recht op schadevergoeding. De onderhandelingen op zich hebben geen stuitende werking.
Toch strandt het beroep op verjaring. Dit komt omdat RVS rekening behoorde te houden met de mogelijkheid dat de onderhandelingen niet tot overeenstemming over het schadebedrag zouden leiden en dat de vrouw het "recht op nakoming" behield. Met ingang van december 2004, bij betaling van het laatste voorschot, is volgens de rechtbank een nieuwe verjaringstermijn gaan lopen. Het beroep van RVS op verjaring is "in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar", oordeelt de rechtbank.
Om de uiteindelijke schadevergoeding vast te kunnen stellen, gelast de rechtbank een deskundigenonderzoek. Het vonnis is uitgesteld tot eind maart.
Mercedes-Benz Insurance Services