ZLM kan fraude met Fikkie niet bewijzen

ZLM kan fraude met Fikkie niet bewijzen

Een vrouw wier hond het bankstel van haar broer en schoonzus stukbijt, is door ZLM onterecht beschuldigd als fraudeur. De verzekeraar weigerde ten onrechte dekking, had niet verschillende verzekeringen mogen beëindigen en had de vrouw niet mogen opnemen in verschillende registers. Dit blijkt uit een recente Kifid-uitspraak.

Wat is er gebeurd? Een hondenbezitster gaat op visite bij haar broer en schoonzus en terwijl ze buiten zitten, bijt haar hond het bankstel aan stukken. De schoonzus verklaart vervolgens het volgende: “Wij waren in de tuin iets aan het doen en de hond van mijn schoonzus is onopgemerkt naar binnen geglipt. De honden van ons waren nog bij ons in de tuin en toen kwamen we binnen en zagen dat er aan alle twee de banken was gekauwd.” ZLM stelt echter dat de eigen hond van de broer en schoonzus de schade heeft veroorzaakt. De verzekeraar stelt dat de vrouw probeert te frauderen en beëindigt naast de aansprakelijkheidsverzekering ook de inboedel- en autoverzekering. Ook neemt ZLM de gegevens van de vrouw op in de verwijzingsregisters.

Hondenliefhebster maakt bezwaar

De vrouw stelt dat ze geen fraude heeft gepleegd en eist dan ook dat alles wordt teruggedraaid. Ook wil ze vergoeding van de schade die zij heeft geleden doordat zij (een) duurdere verzekering(en) bij De Vereende heeft moeten sluiten. Ten slotte wenst zij vergoeding van de door haar gemaakte kosten voor rechtsbijstand ter hoogte van 3.694,74 euro. De vrouw claimt dat ze niet de opzet had de verzekeraar te misleiden. De pup van de broer en schoonzus heeft in de zomer van 2021 een minimale schade toegebracht aan de onderkant van beide banken. Haar hond heeft op 17 augustus 2021 waarschijnlijk de geur van de pup geroken ter plaatste van de kleine beschadigingen en vervolgens een grote schade toegebracht. Het was haar niet bekend dat haar broer en schoonzus de oude schade pas op 11 augustus 2021 bij hun eigen inboedelverzekeraar hebben gemeld.

De vrouw voert daarnaast aan dat zij de oude schade niet bewust onvermeld heeft gelaten bij het melden van de schade die door haar hond is toegebracht. Ze ging ervan uit dat zij enkel de schade moest melden die haar hond heeft veroorzaakt en waarvoor zij aansprakelijk is. Bovendien was de eerder door de hond van de broer en de schoonzus toegebrachte schade klein en niet erg opvallend. Zij verwachtte bovendien dat de verzekeraar, gelet op de omvang van de schade, een schade-expert zou inschakelen. De vrouw stelt verder geen financieel belang te hebben bij het verkrijgen van een uitkering. De schadevergoeding is immers bestemd voor de broer en de schoonzus. Om deze reden kan geen sprake zijn van fraude. Ook kan het haar niet verweten worden dat het Inlichtingenformulier aansprakelijkheid particulieren niet juist is ingevuld door de schoonzus. Bovendien is dit formulier, mede doordat er geen data zijn of moeten worden ingevuld, onduidelijk. De schoonzus heeft hierdoor de vragen onder het kopje ‘eigen verzekering’ zodanig begrepen dat deze betrekking hadden op de door haar hond toegebrachte schade die zij had geclaimd op haar inboedelverzekering.

Ook kan het haar niet verweten worden dat het Inlichtingenformulier aansprakelijkheid particulieren niet juist is ingevuld door de schoonzus. Bovendien is dit formulier, mede doordat er geen data zijn of moeten worden ingevuld, onduidelijk. ”

ZLM brengt hier tegenin dat er wel degelijk sprake is van fraude. Er heeft zich volgens de verzekeraar maar één schade voorgedaan en deze is veroorzaakt door de pup van de broer en de schoonzus en niet door haar eigen hond. Dit blijkt uit de schademelding van 11 augustus 2021 bij de inboedelverzekeraar van de broer en de schoonzus en uit de informatie die is ingevuld op het Inlichtingenformulier. Het is niet aannemelijk dat de schoonzus de vraag over de eigen verzekering zou bezien vanuit de eerdere schade die door de eigen hond is veroorzaakt. De overige vragen zijn immers ook beantwoord vanuit de gedachte dat de hond van de consument de schade heeft toegebracht. ZLM vindt daarnaast dat de vrouw de verzekeraar al eerder op de hoogte had moeten stellen van de al bestaande schade.

Kifid: verzekeraar oordeelt te snel

De commissie oordeelt dat de verzekeraar te snel tot de conclusie is gekomen dat de consument de verzekeraar wilde verleiden en onvoldoende aantoont dat dit het geval is. “Hoewel de commissie zich kan voorstellen dat de verzekeraar vraagtekens heeft geplaatst bij hetgeen de schoonzus op het Inlichtingenformulier aansprakelijkheid particulieren heeft ingevuld bij het onderdeel ‘eigen verzekering’, vindt de commissie niet dat hieruit zonder meer kan worden geconcludeerd dat sprake is van opzet tot misleiding door de consument. Het is zonder nader onderzoek niet ondenkbaar dat de schoonzus, zoals de consument aanvoert, betreffend onderdeel van het formulier niet goed heeft begrepen en hierdoor met hetgeen zij heeft ingevuld bedoelde dat zij een eigen verzekering heeft waar zij de schade heeft gemeld maar niet vergoed heeft gekregen.”

Hoewel de commissie zich kan voorstellen dat de verzekeraar vraagtekens heeft geplaatst bij hetgeen de schoonzus op het Inlichtingenformulier aansprakelijkheid particulieren heeft ingevuld bij het onderdeel ‘eigen verzekering’, vindt de commissie niet dat hieruit zonder meer kan worden geconcludeerd dat sprake is van opzet tot misleiding door de consument.”

Ook de constatering dat de broer en de schoonzus de schade die hun pup  aan de onderkant van het bankstel zou hebben toegebracht niet direct, maar pas enige weken na het ontstaan hiervan én zes dagen voordat de consument haar schade bij de verzekeraar indiende, bij hun inboedelverzekeraar hebben gemeld, kan volgens Kifid niet tot de conclusie leiden dat uitsluitend de pup van de broer en de schoonzus schade aan het bankstel heeft toegebracht.

Voor wat betreft het verwijt van de verzekeraar dat de consument bij het melden van de schade niet heeft gemeld dat aan het bankstel reeds schade bestond en dat zij hiermee getracht heeft de verzekeraar een hogere uitkering te laten doen dan het bedrag waarvoor zij aansprakelijk is, merkt de commissie op dat op de door de consument ingevulde schademelding ook niet gevraagd wordt naar eerdere schade(s) aan de beschadigde zaak. De commissie vindt het niet onlogisch dat de consument geen aanleiding zag de oude schade te melden, mede omdat zij verwachtte dat de schade begroot zou worden door een deskundige. ZLM moet dan ook dekking verlenen voor de schade en deze verder in behandeling nemen. Ook moet de verzekeraar de beëindigde verzekeringen herstellen en de betaalde premies voor de verzekering(en) van de consument bij de Vereende vergoeden. Daarnaast moet de verzekeraar de persoonsgegevens uit de registers verwijderen én juridische kosten vergoeden. Dit overigens maar voor een bedrag van 250 euro in plaats van de gevraagde 3694 euro. De uitspraak is niet-bindend.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.