Unigarant keerde 103 frauduleuze reisclaims uit zonder premie te ontvangen

Unigarant keerde 103 frauduleuze reisclaims uit zonder premie te ontvangen

UVM, de verzekeraar achter Unigarant, mag fraudebestrijdingscentrum CBV dankbaar zijn: dankzij een tip van het CBV kon via de rechter € 85.000 aan ten onrechte uitgekeerde reisverzekeringsclaims worden teruggehaald. Unigarant keerde 103 keer uit op vrijwel identieke claims, zonder dat er premie was betaald.

In december 2023 krijgt Unigarant een tip van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit: bij een aantal uitgekeerde claims vermoedt het CBV dat er fraude is gepleegd. En het is niet zo'n klein aantal: er blijken 109 kortlopende reisverzekeringen te zijn gesloten op naam van niet-bestaande verzekeringnemers. De fraudeurs zijn niet erg zorgvuldig te werk gegaan: ze hebben 103 claims ingediend, voornamelijk van € 699 of € 799. Allemaal hebben ze betrekking op de diefstal van een laptop in Londen, onderbouwd met een online proces-verbaal van aangifte en met een factuur van Coolblue waarvan de besteldatum bijna zonder uitzondering één dag voor de schadedatum ligt.

Geen cent premie betaald

Het lijkt erop dat Unigarant niet bepaald alert is geweest, want de bedragen worden vergoed - op verschillende rekeningen bij Nederlandse en buitenlandse banken: in totaal is er € 73.167 uitgekeerd. Dat terwijl er voor geen enkele polis premie is betaald. In totaal gaat het om € 7.359,25.

Unigarant spoort de twee vermoedelijke fraudeurs op en schakelt een onderzoeksbureau in, dat geen contact met hen kan krijgen. Voor de rechter eist UVM dat ze ruim € 85.000 betalen: de onterecht betaalde claims, de achterstallige premie en de kosten van het onderzoeksbureau.

Gegevens opgevraagd bij banken

De rechtbank komt al snel tot de conclusie dat er inderdaad sprake is van frauduleuze claims. Een van de gedaagden (de ander komt niet opdagen voor de rechter) stelt echter dat hij de reisverzekeringen niet heeft gesloten, de claims niet heeft ingediend en geen uitkeringen heeft ontvangen.

Dat verhaal maakt geen indruk: uit het rapport van Unigarant blijkt dat de naw-gegevens van de aanvragers van de bankrekeningen bij de vijf betrokken Nederlandse banken zijn opgevraagd. Vier banken hebben aan het verzoek voldaan. De rekeningen blijken aangevraagd op naam van de twee verdachten of andere (fictieve) personen met de achternaam van de ontkennende verdachte. De uiteindelijke rekeninghouder is telkens één van de twee. Bij de aanvragen zijn veelal dezelfde adressen opgegeven, waaronder die van woningen waarvan hij of iemand anders met dezelfde achternaam eigenaar is. Die adressen zijn ook gebruikt voor het aanvragen van de reisverzekeringen. "Aangezien de werkwijze bij alle schadeclaims vrijwel identiek is, acht de rechtbank het voldoende aannemelijk dat [de verdachten] ook de uiteindelijke rekeninghouders zijn van de rekeningen bij de Nederlandse bank en de buitenlandse banken waarop schadebedragen zijn uitgekeerd, waarvan UVM geen gegevens heeft kunnen krijgen."

Onrechtmatig verkregen bewijs is ook bewijs

De verdachte vindt het niet overtuigend omdat er geen stukken van de banken zelf op tafel zijn gekomen, maar de rechter neemt genoegen met het rapport van Unigarant. Ook het bezwaar dat de banken helemaal geen naw-gegevens hadden mogen verstrekken, gaat niet op: onder de AVG is niet elke verstrekking van dergelijke gegevens ontoelaatbaar, aldus de rechter. "Zelfs als zou worden geoordeeld dat de banken deze informatie niet hadden mogen verstrekken en de informatie als onrechtmatig verkregen bewijs te beschouwen is, betekent dat niet dat dit bewijs niet mag worden meegewogen. Geen regel bestaat dat de rechter geen acht mag slaan op onrechtmatig verkregen bewijs." Het belang de waarheid aan het licht te brengen weegt zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs.

Identiteitscontrole

De laatste kaart die de fraudeur speelt, is dat er misbruik van zijn identiteit is gemaakt. Hij zou zijn bankpas en telefoon op het station zijn verloren, maar hij kan niet aangeven wanneer dat is gebeurd. De betrokken adressen zijn woningen die hij verhuurt. "Dat maakt zijn verweer dat iemand anders deze gegevens kan hebben gebruikt echter nog niet aannemelijk. Banken mogen namelijk niet slechts op basis van een daartoe strekkend verzoek een bankrekening openen. Zoals [de verdachte] zelf heeft aangevoerd, zijn banken verplicht om de identiteit van de aanvrager te controleren. UVM heeft onbetwist gesteld dat daarbij het identiteitsbewijs van de aanvrager wordt gecontroleerd."

Niet van elk geval bewijs nodig

De fraude is wat de rechter betreft voldoende aangetoond; daarvoor hoeft niet van elk geval bewijs te worden overgelegd: "Het gaat immers om meer dan honderd schadeclaims met allemaal een vrijwel identieke werkwijze. UVM heeft haar vordering voldoende onderbouwd door een overzicht van alle schadeclaims te overleggen en een selectie daarvan met nadere stukken te onderbouwen."

Dat beide verdachten elkaar niet kennen, zoals de man beweert, acht de rechter niet waarschijnlijk, gezien de identieke werkwijze, het gebruik van elkaars adressen en het feit dat de niet verschenen verdachte in een van de woningen van zijn medefraudeur woont. De twee moeten het gevorderde bedrag van ruim € 85.000 terugbetalen.

Rechtbank Almelo, 21 mei 2025

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.