Wat is het effect van gedrag en premiedifferentiatie op de schadeverzekeringsbranche?

Wat is het effect van gedrag en premiedifferentiatie op de schadeverzekeringsbranche?
De mens. Wat gaat die doen? Waar willen we wonen? Hoe richten we ons dagelijks leven in?

De Vereende focust op welke zekerheid nú nodig is, maar kijkt ook naar de toekomst. Daarom vroegen ze trendwatcher Jesse van Doren naar zijn verwachtingen over zaken die voor schadeverzekeraars gaan spelen rond 2030. In dit artikel komt naar voren: het gedrag. Wat houdt deze trend in? En hoe belangrijk vindt de schadeverzekeringsbranche deze trend?

Behalve Jesse van Doren heeft De Vereende ook de schadeverzekeringsbranche de vraag voorgelegd hoe om moet worden gegaan met het differentiëren van de premies. Hoe kijkt men tegen solidariteit aan?

Trend: Gedrag

De mens. Wat gaat die doen? Waar willen we wonen? Hoe richten we ons dagelijks leven in? Jesse: “Je ziet nu een dubbele trend: aan de ene kant willen mensen graag in de buurt wonen van stedelijke centra met veel voorzieningen. Aan de andere kant willen ze graag de stad uit en ruimer en groener wonen. Door de coronapandemie is thuiswerken zowel maatschappelijk als technisch een goed alternatief gebleken. Vraag is hoe dat uitpakt en wat voor invloed dat heeft op onze mobiliteit.”

“Wat mij bijvoorbeeld intrigeert: in China bleek dat na de eerste coronagolf, toen het leven weer op gang kwam, het autogebruik met maar liefst 94% toenam. Het gebruik van het openbaar vervoer daarentegen daalde met 57%. Mensen bleken veel liever in de beschutte omgeving van de eigen auto te zitten. Gaan we dat soort cijfers straks ook hier zien? En is dat een blijvend effect? Daar ben ik heel benieuwd naar. In het verleden waren Nederlandse OV-bedrijven druk bezig met investeren. Met de verwachte 18 miljoen inwoners in 2040 zou er veel meer openbaar vervoer nodig zijn om het groeiende aantal reizigers op te vangen. Hoeft dat straks niet meer? En wat voor invloed zal dit hebben op de schadelast van auto’s? Of gaan wij straks juist meer de fiets pakken, gezien het groeiende aantal elektrische fietsen en de investeringen in snellere fietsroutes?”

Wat vindt de schadeverzekeringsbranche?

Trends door gedrag zijn moeilijk te voorspellen, maar iedereen is het erover eens dat het gedrag een grote invloed heeft en gaat hebben op de schadeverzekeringsbranche. Door Jesse van Doren worden een aantal tegengestelde trends genoemd. Een trek naar de stad en een trek uit de stad. Door corona verwacht hij een meer mensen in de auto, maar er is ook een trend naar juist minder auto rijden en meer gebruik maken van openbaar vervoer en de (elektrische) fiets. In dit onderzoek worden nog meer mogelijke trends genoemd. De deeleconomie is er al, maar het is de verwachting dat dit zich veel verder uitbreidt. Er zijn daarnaast steeds meer mensen die duurzaamheid belangrijk vinden. Met allerlei ontwikkelingen tot gevolg, zoals de energietransitie, duurzamere landbouw en duurzamere producten, de opkomst van tiny houses en wellicht blijvend meer thuiswerken en minder vliegverkeer.

Verder starten steeds meer mensen initiatieven met een groep gelijkgestemden, zoals broodfondsen waarin zelfstandigen hun risico op arbeidsongeschiktheid gaan afdekken, initiatieven om samen energie op te wekken en alternatieve financieringsmodellen als crowdfunding en crowdsharing.

Het effect van gedrag van mensen wordt als meest invloedrijk beschouwd. Het krijgt een 7,9 op een tienpuntschaal.

Differentiëren van de premie versus solidariteit

Verzekeraars hebben steeds meer data tot hun beschikking en met steeds krachtigere technologieën wordt het meer en meer mogelijk om de premie te differentiëren op basis van het werkelijke risico. Het uitgelezen mogelijkheid om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Maar het kan ook haaks staan op solidariteit en dat is toch de basis van verzekeren. We hebben de schadeverzekeringsbranche gevraagd hoever men met premiedifferentiatie moet gaan.

Adviseurs

De assurantieadviseurs zijn van mening dat het differentiëren van de premie een goede ontwikkeling is, maar tot op zekere hoogte. De premie moet wel voor iedereen betaalbaar blijven. Solidariteit blijft daarmee een belangrijk goed in de verzekeringsbranche.

Verbond van Verzekeraars

Ferdinand Soeteman pleit voor differentiëren tot op zekere hoogte. “Als je te ver doorschiet met differentiëren, ondermijnt dat de solidariteit en haal je de bodem onder het verzekeren weg. Maar als je helemaal niet differentieert, dan haalt dat ook een bepaalde prikkel weg. Namelijk de eigen verantwoordelijkheid om schade te voorkomen. We moeten de differentiatie dus binnen bepaalde marges houden – en daarbij hoort ook een maatschappelijk-ethische discussie.”

AMweb

Dit wordt een echte uitdaging, het blijft zoeken naar een balans”

Ook Theo van Vugt vindt ook de solidariteitsgedachte een groot goed. Er komt steeds meer data beschikbaar en deze gaan gebruikt worden om de premie te bepalen. Maar het streven moet dan wel zijn om de premies betaalbaar te houden. Dit wordt een echte uitdaging, het blijft zoeken naar een balans. Maar ik vrees dat er toch mensen buiten de boot zullen vallen.”

VVP

Willem Vreeswijk vindt juist dat iedereen dezelfde premie moet betalen: Premiedifferentiatie zet het mes in de solidariteit. Je kunt wel een heel mooi premietje op maat voor iemand maken, maar dat betekent dat heel veel anderen buiten de boot vallen. De ongelijkheid in de samenleving neemt daarmee alleen maar toe. In hoeverre wil je daar als verzekeraar aan bijdragen?”

NVGA

Stefan Bell kiest voor de middenweg: “Enige differentiatie is op zijn plaats, maar solidariteit is het grondbeginsel van verzekeringen. In de praktijk neigen verzekeraars nu steeds meer naar sterke premiedifferentiatie. Voor een deel is dat terecht, want het principe van ‘de vervuiler betaalt’ en ‘de goede wordt beloond’ geldt ook. Maar tot op zekere hoogte. Alles moet verzekerbaar blijven.”

Adfiz

Enno Wiertsema vindt het solidariteitsrisico door het gebruik ‘big data’ levensgroot: “Erger nog, het speelt nu al. Ik vind dat gevaarlijk en onwenselijk. Premiedifferentiatie kan, maar dan is het wel de vraag op basis waarvan je differentieert. Differentiatie op basis van gedragskenmerken vind ik nuttig, als dat maar vrijwillig gebeurt. Maar premiedifferentiatie op basis van groepskenmerken vind ik discutabel. Sterker nog, het zou wat mij betreft verboden moeten worden. Een 24-jarige kan er niets aan doen dat hij 24 is, maar hij moet wel kromliggen voor zijn autoverzekering, omdat leeftijdgenoten er een potje van maken. Dat moet stoppen. Als we zo doorgaan krijgen we de situatie dat degenen die zich kunnen verzekeren, het straks niet meer hoeven, en degenen die zich moeten verzekeren, straks de premie niet meer kunnen betalen.”

Conclusie

De meesten vinden premiedifferentiatie een goede ontwikkeling is. Er komt een prikkel bij de klant om het risico te beperken. Maar dit moet niet te ver gaan. De premies moeten voor iedereen betaalbaar blijven. Sommigen denken dat door premiedifferentiatie mensen toch buiten de boot zullen vallen en roepen daarom op om helemaal te stoppen met premiedifferentiatie. Duidelijk is dat solidariteit binnen de verzekeringsbranche een belangrijk goed is en tot discussie gaat leiden naarmate de mogelijkheden om premies te differentiëren toenemen.

Dit is een partnerartikel van De Vereende - bekijk hun partnerdossier.