Kifid wees een klacht af van een man die geen uitkering kreeg uit de Dela-overlijdensrisicoverzekering op het leven van zijn vrouw. De polis was eind 2014 gesloten en krap een jaar later overleed de vrouw. Dat vond Dela verdacht en er werd een toetsingscommissie ingeschakeld om te kijken of er geen sprake was van fraude. Daarbij verklaarde de huisarts dat de echtgenote bij het sluiten van de polis een zeer ernstige aandoening aan haar been had. De uitkering werd daarom geweigerd. Toen de zaak voor de geschillencommissie kwam, bleek uit de medische status van eind 2014 dat de aandoening toen nog niet bekend was. Die informatie kwam echter te laat, aldus Kifid, dat de klacht afwees omdat de medische status niet bekend was.
Platgewalst
De consument wordt volgens Rob Goedhart 'platgewalst' door Dela en Kifid. "Dela beschuldigt zijn klant van fraude. Dat is nogal wat! Geen misverstand: fraude moet bestreden worden. Maar dan ook echte fraude. Als de consument kan bewijzen dat hij geen fraude heeft gepleegd moet de verzekeraar inbinden en alsnog uitkeren. Maar nee, Dela heeft de uitkering geweigerd en trekt alles uit de kast om op dat standpunt te blijven. Kifid laat zich daarbij voor het karretje spannen en beroept zich wat mij betreft op niet-bestaande regels. Want nergens staat in de Kifid-reglementen dat er na een hoorzitting geen aanvullende stukken meer mogen worden ingeleverd."
De consument kan nog naar de Commissie van Beroep: "Als die het bewijs onder ogen krijgt waaruit blijkt dat de arts gelogen heeft en hij noch mevrouw wisten dat ze een aandoening had, dan moet meneer gewoon zijn uitkering gaan krijgen."
Dela wil niet reageren zolang er nog beroep aangetekend kan worden.