Sneeuwschade door ventilatiegaten niet te voorzien; ook volmachtbedrijf moet betalen

Sneeuwschade door ventilatiegaten niet te voorzien; ook volmachtbedrijf moet betalen

Dat ventilatiegaten tot 2 centimeter groot sneeuw binnenlaten, dat is te voorzien. Maar dat er vervolgens ook schade door kan ontstaan, hoefde een houthandelaar niet te weten, zo oordeelt het gerechtshof. Dat bepaalt ook dat volmachtbedrijf Corins met de drie verzekeraars moet meebetalen aan de schade van een kwart miljoen: de risicodrager is niet tijdig bekendgemaakt.

Een bedrijf in Overijssel handelt in hout voor de jachtbouw, de meubelindustrie en de interieurbouw. Voor de opslag heeft de houthandel een droogloods van 3.750 m². Die bestaat uit twee gekoppelde loodsen met een zadeldak. Tussen de beide (aflopende) daken zit een zogeheten kilgoot.

De zijkanten van de loods bestaan uit latwerk, waarbij tussen de latten zo'n 5 tot 20 millimeter tussenruimte zit. Die ruimtes zijn bedoeld als ventilatieopeningen zodat de luchtcirculatie in de droogloods optimaal is en het hout geleidelijk droogt. In de loods liggen in de lengte gezaagde boomstammen, balken en planken.

Schade acht dagen na storm

Op 7 februari 2021 teistert sneeuwstorm Darcy het land en dus ook de loods: aan de zijkant hopen zich sneeuwduinen op. Door de storm is sneeuw via de ventilatieopeningen de loods ingewaaid en op en tussen het opgeslagen hout beland. Drie dagen later ziet de houthandelaar dat het hout is bedekt met een laag sneeuw. Hij laat de sneeuw liggen, zodat die gaat smelten als vijf dagen later de dooi intreedt.

Het smeltwater tast een grote hoeveelheid hout aan. Ook de opgehoopte sneeuw in de kilgoot gaat smelten, maar dat kan niet goed afgevoerd worden omdat de onderste laag nog bevroren is. Het water dringt door het dak en langs de kilgoot het pand binnen en loopt over de houtvoorraad.

Smeltwaterschade wel vergoed, sneeuwschade niet

De houthandelaar heeft via Raetsheren van Orden een beurspolis gesloten bij leider Allianz, Achmea, Corins, Baloise en Fatum en meldt de schade. Die wordt vastgesteld op zo'n zeven ton. Voor 35% gaat het om het hout dat langs de zijkanten van de loods lag, de rest van de schade heeft betrekking op hout dat in het midden van de loods was opgeslagen. De verzekeraars keren ruim € 436.000 uit voor dat laatste deel van de schade, veroorzaakt door binnenlopend smeltwater. Ruim een kwart miljoen voor de schade door de binnengewaaide sneeuw blijft onbetaald. De verzekeraars vinden dat die schade te voorzien was.

De houthandelaar gaat naar de rechter om diens oordeel te vragen: was er sprake van een onzeker voorval, dé eerste voorwaarde om uit te keren op een schadeverzekering? Allianz vergelijkt het bij de rechtbank met een vrachtwagen die op pad gaat met koelvloeistof zonder antivries. Dan is het kapotvriezen van de motor bij strenge vorst geen onzeker voorval.

Maar dat vindt de rechter geen goede vergelijking. De sneeuwstorm waar hier sprake van is, is zeer ongebruikelijk voor Nederland en de verzekeraars hebben binnendringen door ventilatieopeningen niet uitgesloten op de polis. Er moet dus betaald worden, is het verdict in 2022.

Op herhaling bij het hof

De verzekeraars gaan in hoger beroep, waarbij ze niet ter discussie stellen dat de schade is veroorzaakt door sneeuw die niet de loods is binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken. Daarmee is naar de letter van de polisvoorwaarden de schade gedekt.

Alleen vinden de verzekeraars dat te voorzien was dat er sneeuw door de ventilatieopeningen zou komen. De houthandelaar stelt daar tegenover dat hij dat in 25 jaar nog niet had meegemaakt - de extreme weersomstandigheden veroorzaakten sneeuwdrift, waardoor zelfs in de meterkast kortsluiting ontstond.

Het hof vindt het niet beslissend dat op zichzelf niet onvoorzienbaar is dat sneeuw naar binnen kon waaien. Het is daarmee namelijk nog niet gezegd dat de sneeuw ook schade zou aanrichten. De houthandelaar heeft voldoende aangetoond dat er sprake was van uitzonderlijke weersomstandigheden en uitsluitend de ventilatieopeningen in het pand maken het nog niet zeker dat er schade zou optreden.

Er is dus sprake van een onzeker voorval.

Bereddingsplicht

Maar moest de houthandelaar dan niet ingrijpen toen hij zag dat er sneeuw op het hout lag? Nee, vindt het hof. Hij had in beginsel wel een bereddingsplicht - dreigende (verdere) schade voorkomen. Maar de verzekeraars hadden beter moeten aangeven hóe de sneeuw dan verwijderd had kunnen worden en verliezen het van de stelling van de houthandelaar dat werken met bezem of bladblazer de sneeuw alleen maar zou hebben verplaatst. Om die reden is er ook geen sprake van eigen schuld door roekeloos gedrag.

Risicodrager blijft buiten schot

In de uitspraak van het Amsterdamse hof duikt nog een interessant gegeven op: de verzekeraars stellen dat Corins niet voor zijn deel van de schade moet opdraaien omdat het een volmachtbedrijf is en geen risicodrager. Ook daar gaat het hof niet in mee. Corins heeft namelijk de naam van de volmachtgever niet tijdig genoemd en moet daarom worden geacht zelf het risico te dragen. De betrokken verzekeraar is pas tijdens de beroepsprocedure kenbaar gemaakt.

Advocaatkosten niet vergoed

De houthandelaar krijgt niet de advocaatkosten vergoed die hij heeft gemaakt in verband met de vaststelling van de schade, waarbij zowel een expert als een contra-expert betrokken was. Advocaatkosten worden alleen vergoed als er sprake is van "afwending van een onmiddellijk dreigend gevaar dat slechts door het treffen van bijzondere maatregelen kan worden weggenomen".

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.