Emre noemt zijn intercultureel letselschadebureau Randstad Personenschade de ‘ijsbreker’ in de letselschademarkt. “We waren tien jaar geleden de eerste partij die niet-westerse slachtoffers met Turkse en Arabisch sprekende medewerkers bijstond. Ondertussen zijn er gelukkig wel honderd interculturele bureaus bijgekomen en is er meer kleur te bekennen.” Emre benadrukt wel dat de nieuwkomers in de markt naar de normen van de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) dienen te werken en de behandelaars dienen op te leiden tot Nivre-experts.
Ondanks dat er aan de kant van de belangenbehartigers dus vooruitgang is geboekt, is Emre nog lang niet tevreden. “Aan de kant van schadeverzekeraars zitten er nog veel te weinig verschillende etniciteiten in het personeelsbestand. Bij WA-expertisebureaus is bovendien al helemaal geen kleur te bekennen.” Om hier verandering in te brengen, is Emre in gesprek met meerdere gevestigde partijen die al voor WA-verzekeraars werken en ook met verzekeraars zelf om samen te werken en een pilot te draaien. Emre geeft aan nog geen namen te kunnen noemen, omdat de gesprekken gaande zijn. Centraal binnen de pilot staat de samenwerking met verzekeraars om de meerwaarde van interculturele dienstverlening te laten zien.
‘Niet-westerse slachtoffers ten onrechte beschouwd als dubieus’
Wat een gebrek aan diversiteit kan veroorzaken, blijkt volgens Emre uit het gegeven dat letselschadedossiers van niet-westerse slachtoffers (te) vaak worden gezien als risicovol. “Ik maak me hier zorgen om, want deze houding vertoont gelijkenissen met de toeslagenaffaire. Wanneer deze mensen worden bijgestaan door mensen die hun taal spreken en er een goede dialoog is tussen slachtoffer en verzekeraar, wordt de onderlinge angst direct minder. Te vaak wordt deze groep namelijk als risicovol gezien, omdat er niet duidelijk met hen gecommuniceerd kan worden. Uiteraard zullen er ook zaken zijn waarbij vermoedens van fraude terecht kunnen zijn, maar daar moet niet vooraf al van uitgegaan worden. Ik pleit voor het tegengaan van stigma’s en vooroordelen en gelijke behandeling van iedereen.”
Wat is volgens hem tot slot dé manier om meer kleur aan te brengen in de wereld van de letselschade en aanverwante dienstverlening? “Een voortdurende dialoog is essentieel en daarbij uiteraard ook het aannemen van personeel met een niet-westerse achtergrond.” Maar dit alleen is niet voldoende. (Te) vaak merkt de voorvechter van een multicultureel Nederland dat mensen met een niet-westerse achtergrond niet goed opgenomen worden in een team en te snel alweer een organisatie verlaten. Dit wordt volgens hem vooral veroorzaakt door verschillende normen en waarden en levensopvattingen en ook door een andere werkcultuur. Om dit proces soepeler te laten verlopen, is het van belang om hierover met elkaar te blijven praten. “Zodra er niet meer gepraat wordt, is dat het begin van het einde”, zo besluit hij.