Verzekeraars moeten evenementenorganisator ID&T € 1,3 miljoen aan coronaschade betalen

NN, Reaal, Amlin en Chubb moeten evenementenorganisator ID&T een voorschot van € 1,3 miljoen betalen voor geleden schade door wegens het coronavirus geannuleerde evenementen. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerde uitspraak in kort geding van de rechtbank Amsterdam. De verzekeraars beroepen zich ten onrechte op een coronaclausule, oordeelde de voorzieningenrechter eind juni.

ID&T, een 180 werknemers tellende organisator van grote dance-evenementen als Mysteryland, is zwaar getroffen door de coronamaatregelen die evenementen tot in elk geval 1 september onmogelijk hebben gemaakt. Vorig jaar draaide ID&T een omzet van € 108 miljoen. Via dochterbedrijven is voor meer dan een miljoen aan NOW-noodsteun aangevraagd. Het bedrijf deed een beroep op de evenementenverzekering die is afgesloten bij NN, Amlin, Chubb en Reaal. Maar de verzekeraars keerden niet uit: annulering van evenementen vanwege de coronapandemie is uitgesloten. De vraag was zelfs of er wel een verzekering was.

Amerikaanse verzekering liep in maart af

De evenementen die ID&T organiseert, waren verzekerd in de Verenigde Staten nadat het bedrijf was overgenomen door het Amerikaanse LiveStyle. De verzekering voor 2019-2020 liep af op 15 maart; vorig najaar is via Marsh een offerte opgevraagd voor verlenging van de evenementenverzekering. Tegelijk is assurantiebedrijf De Miranda ingeschakeld, die via makelaar Klap de risico’s op de assurantiebeurs aanbood. En met succes: NN wilde wel voor 25% de lead nemen in de coassurantiepolis, mits de antwoorden op aanvullende vragen en opmerkingen daadwerkelijke acceptatie niet in de weg stonden. Als leidende verzekeraar zou – volgens de voorwaarden van de Klap-evenementenverzekering – NN de beslissende stem hebben op het gebied van schades. Chubb (15%), Amlin (10%) en Reaal (5%) tekenden mee op de polis, Avéro wilde 25% voor zijn rekening nemen. NN zegde later een aandeel van 35% toe.

Corona steekt de kop op

De offerte gaat vervolgens naar De Miranda. Eind januari stelt Chubb Klap op de hoogte dat vanaf 27 januari schade veroorzaakt in verband met een pandemie niet verzekerd is, weliswaar in relatie tot een andere klant. In februari komt Chubb met de algemene mededeling dat het coronavirus is uitgesloten als schade-oorzaak. Amlin volgt eind februari met de uitsluiting voor besmettelijke ziekten op nieuwe polissen. Ook NN en Reaal sluiten dan schade als gevolg van de corona-uitbraak uit op nieuwe polissen.

Uitsluiting of geen uitsluiting?

Een week later (op 4 maart) meldt ID&T dat het de polis graag wil sluiten. De Miranda stuurt het bericht door aan Klap, met de vermelding dat volgens haar de ingetekende verzekeraars niet anders dan in algemene zin hun voorwaarden hadden gewijzigd en dat dit ertoe leidde dat zij de gedane offerte gestand moesten doen. Klap zet de polis in e-ABS klaar voor acceptatie, maar Avéro heeft zich dan al teruggetrokken. NN laat Klap desgevraagd weten dat op de ID&T-polis geen corona-uitsluiting van toepassing is en Reaal volgt die uitleg. Chubb daarentegen beroept zich wel op een corona-uitsluiting.

12 maart: evenementen gaan niet door

Als op 12 maart bekend wordt dat alle evenementen met meer dan 100 mensen moeten worden afgelast, stuurt de advocaat van ID&T direct een brief naar de verzekeraars met de vraag of de verzekering tot stand is gekomen. De Amerikaanse verzekering loopt immers af op 15 maart. Het gaat primair om het waarborgen van de dekking; de corona-discussie is van later zorg, aldus de raadsman. De betrokken verzekeraars bevestigen hun aandeel, maar Avéro en Chubb sluiten wel schade als gevolg van de coronamaatregelen uit. Amlin bericht dat de dekking los staat van de discussie over het coronavirus, NN behoudt zich op het gebied van coronagerelateerde schade alle rechten en weren voor. Reaal ten slotte accepteert de dekking niet omdat de offerte door ID&T niet binnen een redelijke termijn is aanvaard. Dat stelt ID&T niet gerust en het verlengt in het weekend van 14 maart de Amerikaanse verzekering met het beding dat die tussentijds opzegbaar is. De vier overgebleven risicodragers laten na de verzekering te accorderen, met uitzondering van Chubb. Amlin geeft aan alleen nog mee te willen tekenen als epidemische en besmettelijke ziekten zijn uitgesloten als schadeoorzaak.

Schaderaming

Door de maatregelen annuleert ID&T een groot aantal evenementen. Het schakelt Troostwijk in om de schade te ramen: die raming komt uit op ruim anderhalf miljoen voor de periode tot 1 juni en € 10 miljoen voor de periode van juni tot september. Voor de voorzieningenrechter vordert ID&T bij de vier betaling van ruim € 8 miljoen als voorschot op een definitieve schade-uitkering. Later wordt de vordering fors verhoogd. Een kort geding is volgens ID&T noodzakelijk omdat de omzet met meer dan 80% is ingezakt, met liquiditeitsproblemen tot gevolg. De Amerikaanse verzekeraar biedt bovendien geen dekking. De rechter volgt dat betoog, ondanks verzet van de vier risicodragers.

Totstandkoming verzekering

De voorzieningenrechter buigt zich eerst over de vraag of er een verzekering tot stand is gekomen. De verzekeraars vinden van niet. De betrokkene die namens ID&T het voorstel heeft aanvaard, was daartoe niet bevoegd, betogen zij, en het voorstel van Klap was “slechts een uitnodiging tot het doen van een aanbod”. Die uitnodiging is herroepen en gewijzigd door het corona-risico uit te sluiten, zo stellen de vier. Het eerste aanbod van ID&T kwam op 4 maart, toen er nog geen wilsovereenstemming bestond over de premie en het verzekerde bedrag. Daarnaast was de polis nog niet volgetekend.

Daarna is het aanbod van ID&T weer gewijzigd, waarop de vier hun aandelen hebben bevestigd met uitsluiting van het corona-risico. “Aangezien uit de vorderingen van ID&T blijkt dat zij niet de wil heeft gehad om de verzekering inclusief corona-uitsluiting overeen te komen moet geconcludeerd worden dat de verzekeringsovereenkomst tussen ID&T en Nationale-Nederlanden c.s. niet tot stand is gekomen”, zo stellen de verzekeraars. Reaal, die zich had teruggetrokken, stelt dat er sprake is geweest van een vrijblijvend aanbod dat te laat is aanvaard.

De enkele toepassing van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek volstaat niet”

Wil was duidelijk

De rechter overweegt: “De enkele toepassing van het algemene wettelijke uitgangspunt van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat een overeenkomst tot stand komt door een aanbod en de aanvaarding daarvan, volstaat niet om deze vraag te beantwoorden.” ID&T heeft de verklaringen en gedragingen van de verzekeraars redelijkerwijs zo mogen begrijpen dat tussen ID&T en ieder van hen een verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen, oordeelt de rechter. “In de e-mail van Klap van 4 maart 2020 staat duidelijk wat ID&T wilde. Zij wenste een evenementenverzekering aan te gaan waarop de Algemene voorwaarden Evenementenverzekering Klap 2011 (de polisvoorwaarden) van toepassing waren en waarvoor Klap haar op 9 januari 2020 een offerte had gestuurd.”

Bij NN was er wel een geschil over de dekking, “maar dat geschil doet er niet aan af dat NN met zoveel woorden en zonder voorbehoud positief heeft gereageerd op de e-mail van Klap van 4 maart 2020”. NN heeft toen niet over de premie en het verzekerde bedrag gerept, constateert de rechter. “Kennelijk waren die kernelementen voor haar op 10 en 13 maart 2020 wel voldoende duidelijk, op basis van de sinds december 2019 gevoerde gesprekken en correspondentie met Klap.”

Reaal heeft te laat aangegeven dat ID&T te laat was met het accepteren van het aanbod. “Toen was de wilsovereenstemming tussen partijen over de verzekering al tot stand gekomen.” Op 11 maart liet Reaal immers weten NN te volgen, waarna pas twee dagen later de ontijdige aanvaarding van de offerte ter sprake kwam. “De mededeling van Reaal impliceerde dat de overeenkomst tot stand was gekomen. Anders was er geen volgplicht.” Ook Amlin en Chubb hebben hun aandeel bevestigd, Chubb zelfs door te accorderen in e-ABS.

Geen uitsluiting in offerte

Vervolgens gaat de rechter in op de mogelijke uitsluiting van het coronarisico. De vraag staat centraal of aannemelijk is dat er geen uitsluitingsclausule is afgesproken. De rechter stelt vast dat in de offerte van 9 januari geen corona-uitsluiting is opgenomen. Wel is tussen eind januari en eind februari gesproken over uitsluiting, maar de rechter vindt niet dat ID&T daaraan redelijkerwijs de betekenis heeft moeten toekennen dat deze uitlatingen mede betrekking hadden op haar aanvraag en de offerte van Klap van 9 januari en dat de verzekeraars redelijkerwijs mochten verwachten dat ID&T daarmee instemde. Begin maart heeft De Miranda via Klap bericht dat de verzekeraars niet anders dan in algemene zin hun voorwaarden hadden gewijzigd en dat dit er volgens ID&T toe leidde dat zij de gedane offerte – zonder corona-uitsluiting – gestand moesten doen. “De verzekeraars kunnen dit redelijkerwijs niet anders hebben begrepen dan dat ID&T geen corona-uitsluiting wilde.”

NN stelt op het verkeerde been te zijn gezet, maar dat wuift de voorzieningenrechter weg: het latere bericht dat er geen coronadekking was mocht ID&T opvatten als een eenzijdige wijziging waarmee zij niet akkoord hoefde te gaan.

Amlin heeft niet duidelijk genoeg verwoord dat nieuwe polissen voorzien zouden zijn van een corona-clausule”

Volgen niet verplicht

De andere verzekeraars hoeven NN niet te volgen met het dekkingsstandpunt: “Hier is in de periode rond het aangaan van de verzekering in maart 2020 aanstonds tussen ID&T en de verzekeraars besproken of er corona-dekking was. In die zin weet ID&T waar zij aan toe is. Zij erkent ook dat die dekking er ten aanzien van Avéro niet is.” Van de andere verzekeraars moet Reaal dekking bieden omdat die al had aangegeven NN te volgen in haar standpunt. Amlin heeft niet duidelijk genoeg verwoord dat nieuwe polissen voorzien zouden zijn van een corona-clausule, vindt de rechter, en heeft zijn aandeel in de verzekering bevestigd: ook hier moet dekking worden verleend, is het oordeel. Voor Chubb geldt hetzelfde: ID&T had niet hoeven afleiden dat een uitsluiting in toekomstige polissen ook voor de al uitgebrachte offerte zou gelden. “Relevant bij dit alles is dat de verzekeraars in de periode tussen 9 januari en 4 maart 2020 in duidelijke bewoordingen aan Klap hadden kunnen berichten dat de offerte aan ID&T werd herzien. Ook hadden zij de offerte kunnen intrekken (hetgeen Avéro ook heeft gedaan). Zij hebben dat niet gedaan. De conclusie is dat in dit kort geding wordt aangenomen dat de evenementenovereenkomst die tussen ID&T en de verzekeraars tot stand is gekomen geen voorwaarde bevat voor corona-uitsluiting.”

Annulering was niet voorzienbaar

Vervolgens komt de vraag aan bod of bij het totstandkomen van de verzekering al duidelijk was dat de evenementen zouden worden geannuleerd, waarmee geen sprake meer zou zijn van een onzeker voorval. De rechter vindt van niet: de eerste evenementen zijn geannuleerd op 23 maart. “Er zijn geen concrete aanwijzingen dat al tien of meer dagen eerder bekend was dat dit zeker zou gaan gebeuren. Anders dan de verzekeraars aanvoeren was dus begin maart 2020 in Nederland niet al duidelijk dat de uitbraak van Corona grote gevolgen zou hebben voor de organisatie van evenementen in de maanden daarna. Wel was medio maart 2020 duidelijk dat er tot 1 april 2020 grote gevolgen waren en dat die er daarna ook nog zouden kúnnen zijn, maar zeker was dat niet. Aannemelijk is dan ook dat de verzekering dekking biedt voor de evenementen waarvoor ID&T schade claimt.”

Schaderapport

De rechter vindt wel dat de schaderapportage van Troostwijk tekortschiet: “De rapportage van Troostwijk is als een voorlopige partijrapportage te beschouwen, waarop wellicht nog het een en ander is af te dingen. Aannemelijk is echter wel dat ID&T als gevolg van de annuleringen schade lijdt. En omdat de annuleringen omvangrijke evenementen betreffen kan ook worden aangenomen dat de schade substantieel is.” De rechter wijst ID&T daarom een voorschot toe gebaseerd op een geschat schadebedrag van € 2 miljoen, onder de voorwaarde dat zij voor dat bedrag een bankgarantie stelt ten behoeve van de verzekeraars. Dat voorschot bedraagt € 1,3 miljoen en moeten NN, Reaal, Amlin en Chubb gezamenlijk en naar rato betalen. Een schade-expert moet de schade in samenspraak met Troostwijk definitief vaststellen.

Uitspraak: Rechtbank Amsterdam, 29 juni 2020

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.