AFM brengt tweedepijlerpensioensector in kaart; deelnemers kiezen amper

De AFM heeft alle ins en outs over het tweedepijlerpensioen in kaart gebracht. Het eerste Sectorbeeld Pensioenen 2021 maakt helder hoe het er voorstaat met de tweedepijlerpensioensector. Kleine kanttekening: het betreft de stand van zaken van 2019.

In totaal is ruim tweehonderd pensioenfondsen, ppi’s en verzekeraars gevraagd te rapporteren over onder meer de verschillende keuzes die zij hun deelnemers aanbieden en de mate waarin daarvan gebruik wordt gemaakt. Het gaat hierbij om keuzes in de opbouwfase, zoals keuzes met betrekking tot beleggingsbeleid en keuzes op pensioendatum die van invloed zijn op de hoogte van het pensioen.

Risico ligt meer bij deelnemers

Met de komst van een nieuw pensioenstelsel komt het risico veel meer bij deelnemers zelf te liggen. Zij moeten meer en meer zelf keuzes maken. De AFM constateert dat van alle deelnemers die een voorlopige keuze moeten maken voor een vaste of variabele uitkering, meer dan 95 procent de standaardoptie volgt die de pensioenaanbieder aanbiedt.

AFM: goede begeleiding deelnemers nodig

De toezichthouder benadrukt dat het belangrijker wordt dat deelnemers goed begeleid worden bij het maken van de diverse keuzes om te voorkomen dat de keuze niet passend is. De AFM herhaalt het onderzoek onder pensioenuitvoerders jaarlijks.

Highlights Sectorbeeld Pensioenen

Enkele highlights uit het rapport:

  • Een klein deel van de Nederlandse pensioenaanbieders beheert het overgrote deel van het totale pensioenvermogen van 1.645 miljard euro.
  • Eén op de vijf actieve deelnemers bouwt pensioen op via een premieovereenkomst, terwijl de waarde van uitkeringsovereenkomsten nu nog twintig keer zo groot is als die van premieovereenkomsten.
  • In 2019 hebben 16.000 deelnemers met een premieovereenkomst op pensioendatum moeten kiezen tussen een vaste of variabele uitkering.
  • Ongeveer een kwart van de actieve deelnemers met alleen een basisregeling (premieovereenkomst) bouwt pensioen op via een vast percentage van de pensioengrondslag.
  • Op het voorlopige keuzemoment wijken deelnemers nagenoeg niet af van de voorsorteerdefault die de pensioenaanbieder hanteert.
  • In 2019 koos 6 procent van de deelnemers met een premieovereenkomst op de pensioendatum voor een variabele uitkering.
Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.