De staatssecretaris verwacht dat door te differentiëren zelfs sprake zal zijn van een prijsdrukkend effect. Alle woningkopers die niet kunnen voldoen aan het hoofdverblijfcriterium betalen vanaf volgend jaar 8 procent overdrachtsbelasting. “Dit mitigeert mogelijk het opwaartse prijseffect van de startersvrijstelling”, schrijft Vijlbrief.
Evaluatie over vier jaar
Het kabinet gaat in het najaar van 2024 de belastingdifferentiatie evalueren. Daarin zal ook het prijseffect worden meegenomen. Of daaruit grote conclusies getrokken kunnen worden, is twijfelachtig. Vijlbrief meldt alvast dat huizenprijzen fluctueren door zaken als inkomensontwikkelingen, rentestanden en consumentenvertrouwen. “Ten opzichte van deze andere economische factoren is het effect van de overdrachtsbelastingmaatregelen op woningprijzen naar verwachting beperkt”, aldus Vijlbrief.
Kritiek op beleid
In de markt zijn de meningen over de differentiatie niet onverdeeld positief. Zo vindt het Verbond van Financiële Beroepsorganisaties (VFBO) dat er sprake is van willekeurige leeftijdsdiscriminatie. Aanbieders van terugkoopregelingen vrezen het einde van hun diensten. Starters zelf verwachten dat de maatregel de prijzen alleen maar laat oplopen, blijkt uit onderzoek van de Hypotheker.