De betreffende klanten hebben op grond van het garantiestelsel een uitkering ontvangen voor de banktegoeden die zij hadden bij de omgevallen banken. Daarbij is ook wettelijke rente vergoed. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde eind vorig jaar in een zaak tussen DSB-klanten en DNB dat DNB over de vergoeding rente heeft berekend aan de hand van een te lange wettelijke termijn voor het uitkeren van de vergoeding. "Dit was mede het gevolg van een onjuiste implementatie van de destijds geldende Europese richtlijn inzake depositogarantiestelsels", aldus Dijsselbloem.
Compensatie voor iedereen
DNB moet daarom alsnog het restant van de juist berekende wettelijke rente uitkeren. Dat geldt feitelijk alleen voor de spaarders die in de CBb-procedure betrokken waren; anderen zouden dan zelf een schadevergoedingsprocedure moeten starten. "Deze situatie acht ik echter voor betrokkenen niet redelijk. Nu de wetgever, blijkens de uitspraak van het CBb, de richtlijn onjuist heeft omgezet, waardoor depositohouders schade hebben geleden, ligt het naar mijn oordeel in de rede dat de Staat als verantwoordelijke voor de wetgeving de getroffen depositohouders eigener beweging tegemoet komt."
Loket drie maanden open
Daartoe is een virtueel loket geopend waar mogelijk getroffen depositohouders zich kunnen melden en een verzoek kunnen doen voor vergoeding van onterecht niet uitgekeerde wettelijke rente. Spaarders kunnen dan gedurende drie maanden een aanvraag indienen. DNB beoordeelt dan of de vergoeding inderdaad later dan 3 maanden na inwerkingstelling van het depositogarantiestelsel is betaald en alsnog de gederfde wettelijke rente uitkeren.
Ondergrens 10 euro
Klanten die een spaartegoed hadden bij DSB, hebben alleen recht op vergoeding als ze bij uitkering recht hadden op ten minste € 10 aan wettelijke rente. Voor depositohouders van andere instellingen gold ten tijde van de toepassing van de garantieregeling die ondergrens nog niet. "Ik acht het echter gerechtvaardigd om voor alle depositohouders dezelfde regel te hanteren voor de tegemoetkoming. Daarmee worden (vrijwel) gelijke gevallen gelijk behandeld. Dit betekent dat ook depositohouders bij Icesave, Indover en Van der Hoop enkel in aanmerking komen voor de tegemoetkoming indien bij de (toenmalige) uitkering al ten minste €10 aan wettelijke rente zou zijn verschuldigd."
Zeker 18.000 klanten
De coulanceregeling is volgens Dijsselbloem van toepassing op 16.000 DSB-klanten en 2.000 Icesave-klanten. "Voor depositohouders van Indover (15) en Van der Hoop (1.360) geldt dat nog onduidelijk is hoeveel depositohouders bij uitkering een vordering van ten minste € 10 aan wettelijke rente hadden." In totaal schat DNB de totale hoogte van de tegemoetkomingen op circa € 2,5 mln. De uitvoeringslasten zijn circa € 2,5 mln. DSB- en Icesave-klanten kunnen digitaal een aanvraag indienen.