KiFiD tikt adviseur die verhuur in plaats van verkoop adviseerde op de vingers

Een franchisenemer van de Van Bruggen Groep moet van het KiFiD € 20.000 betalen aan een klant die het advies kreeg om haar oude woning te verhuren in plaats van te verkopen bij een verhuizing. De hypothecaire schuld werd hierdoor ruim twee ton hoger dan de leencapaciteit.

De consument en haar partner wendden zich in 2008 tot de adviseur, toen zij een woning zagen die ze graag wilden kopen. De adviseur kwam destijds met het voorstel om de huidige woning van de klant, waarvoor een jaar eerder een nieuwe hypothecaire lening van € 216.000 was gesloten bij ING, te verhuren in plaats van te verkopen. Daarnaast werd er voor de nieuw te kopen woning een hypotheek van € 314.000 afgesloten bij WestlandUtrecht Hypotheekbank. De totale hypotheeklast kwam hiermee € 230.000 uit boven de maximale leencapaciteit van de klant.

In 2011 kwam de klant in de problemen toen het appartement niet meer te verhuren viel en aan het einde van dat jaar (5 december) gaf de klant aan graag het appartement te willen verkopen voor een bedrag van € 185.000. Op 10 februari in 2012 reageerde de directeur van de Van Bruggen Adviesgroep dat die mail ontvangen was, maar dat de adviseur inmiddels was ontslagen. Het appartement ging diezelfde maand nog in de verkoop, maar in april 2013 werd er door de politie een hennepkwekerij aangetroffen. De schade was dusdanig groot dat het appartement niet meer verhuurd kon worden. Een jaar later werd de woning verkocht voor € 135.000, een verlies van € 60.000 ten opzichte van de waarde die het huis in 2009 zou hebben gehad.

De klant vordert die € 60.000 van de franchisenemer en daarbovenop € 8.683 voor de onnodige leegstand en dubbele hypotheeklasten, advocaatkosten à € 1.210 en € 20.000 aan immateriële schade. Ook de Van Bruggen Adviesgroep krijgt als franchisegever een claim, van € 20.000.

Oordeel
De Commissie oordeelt dat Van Bruggen geen partij is in de kwestie, omdat de klant een verbinding aangaat met de franchisenemer, die daarmee de contractspartij is. De franchisenemer wordt door het KiFiD ook enigszins gespaard. De Commissie vindt dat de klant zelf ook voldoende aan te rekenen valt, omdat zij zelf geen enkel initiatief heeft genomen het appartement te verkopen door een makelaar in te schakelen. Advies van de franchisenemer was hier niet voor nodig. "Consument heeft derhalve gedraald bij het beëindigen van de door haar onwenselijk geachte situatie. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat Consument op het moment van advisering door Franchisenemer al wist dat het advies niet deugde, hetgeen zij ter zitting nogmaals heeft bevestigd", luidt het oordeel.

Dat neemt niet weg dat de adviseur duidelijk tekortgeschoten is in het advies en de zorgplicht. Een constructie met een dermate hoge schuldenlast, waarbij beide financiers niet goed geïnformeerd zijn past volgens de Commissie duidelijk niet bij de belangen van de klant. Het advies om te verhuren en daarbij een bemiddelende rol aan te nemen ook niet. En het niet ingrijpen terwijl de situatie verslechterde wordt de adviseur ook aangerekend.

De Commissie oordeelt uiteindelijk dat de klant recht heeft op een derde van het geleden verlies op de woningwaarde: € 20.000. De overige vorderingen tegen zowel de franchisenemer als Van Bruggen worden van tafel geveegd.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.