Bruins zegt het goed te vinden dat er wat te kiezen valt maar in de praktijk gaat het bij collectieve zorgverzekeringen veelal om het zelfde product. "Concerns bieden via verschillende verzekeraars polissen aan die sterk op elkaar lijken en ook collectiviteiten verschillen niet van de gewone basisverzekering. Toch rekenen verzekeraars andere premies. Daarmee zijn verzekerden niet geholpen. Ik wil dat verzekeraars hun aanbod meer onderscheidend maken."
Mes in de polissen
De minister kondigt aan dat de Nederlandse Zorgautoriteit intensiever gaat controleren op de transparantie-eisen. "Het mes moet in het enorme aantal van 51.000 verschillende polissen. Daar wordt immers niemand beter van."
Sigaar uit eigen doos
Het idee achter collectiviteiten is dat verzekeraars voor een specifieke groep verzekerden gericht bepaalde zorg inkopen. De besparing mag dan in de vorm van een korting van maximaal 10% worden teruggegeven aan deze groep verzekerden. In de praktijk blijkt van specifieke inkoop of zorginhoudelijke afspraken echter geen sprake. De korting wordt 'gefinancierd' door door een opslag op de oorspronkelijke premie. De korting is daarmee een sigaar uit eigen doos. Bovendien is de collectiviteit identiek aan de gewone verzekering die zonder korting wordt aangeboden.
Maximale korting gehalveerd
Bruins wil dat zorgverzekeraars een einde maken aan deze fictieve korting. Om deze eis kracht bij te zetten halveert de minister met ingang van 2020 de maximale wettelijke korting die verzekeraars mogen geven voor een collectiviteit van 10% naar 5%. Ook verplicht de Nederlandse Zorgautoriteit verzekeraars om duidelijk aan te geven op welke van de 55 ‘modelovereenkomsten’ een collectiviteit gebaseerd is. Het moet daarmee voor de verzekerden direct duidelijk zijn over welke polis het gaat, zodat de verzekerde eenvoudiger alternatieven kan vergelijken.
Verdere stappen
In de loop van 2020 bekijkt de minister of er aanvullende maatregelen nodig zijn.