Met de restschuldregeling, ingevoerd in het najaar van 2012, kunnen mensen met een restschuld op hun woning de rente hierop maximaal 15 jaar in aftrek brengen. Het toenmalige Kabinet beoogde hiermee als crisismaatregel de doorstroming op de woningmarkt te stimuleren.
Niet meer nodig
Die stimulering is volgens Wiebes nu niet meer nodig, zo stelt hij in een Kamerbrief. “Bij de introductie is ervoor gekozen om deze crisismaatregel tijdelijk van aard te maken. Nu, vijf jaar later is de conclusie dat het herstel van de woningmarkt sterker is geweest dan toen kon worden verwacht. Ik zie dan ook geen aanleiding om deze regeling, die geïntroduceerd is als crisismaatregel, te verlengen met bovendien een fiscale derving als gevolg.”
Stijgende huizenprijzen
Bij aanvang van de registratie van het aantal onderwaterhypotheken door De Nederlandsche Bank in 2013 bedroeg het onderwaterpercentage maar liefst 36%, eind 2016 was dat 18%, zo'n 620.000 huishoudens. Wiebes denkt dat dit percentage de komende jaren verder zal afnemen. “Het aantal onderwaterhypotheken zal verder dalen als gevolg van de stijgende huizenprijzen en de woningmarktmaatregelen van de afgelopen jaren.”
Ook voor de crisis
Hij wijst erop dat ook voor de crisis zo'n 13% van de huishoudens onder water stond. “Gelet op de daling van het onderwaterpercentage in de afgelopen jaren (in 2016 daalde dit bijvoorbeeld met 8%-punt tot 18%) is het niet onwaarschijnlijk dat dit percentage einde 2017 weer op het niveau van voor de crisis zal staan, met als groot verschil dat de rente nu veel lager is.”