Tractor pulling: 'rondreizend circus' met strenge veiligheidsvoorschriften

Tractor pulling: 'rondreizend circus' met strenge veiligheidsvoorschriften

Tractor pulling ofwel trekkertrek. Wie niet weet wat dit is, komt waarschijnlijk uit de grote stad. Want tractor pulling is een typische plattelandssport, die in Nederland op hoog niveau wordt beoefend. Sinds jaar en dag worden de wedstrijden verzekerd door de Vereende.

Trekkers, trucks of voertuigen in de vrije klasse trekken elk een sleepwagen voort over een baan van honderd meter. Op die sleepwagen ligt een zware last, zodanig gemonteerd dat de wagen steeds dieper de grond indrukt. Daardoor gaat het voorttrekken alsmaar moeizamer, totdat de machine stil komt te staan. “De last wint altijd, maar degene die er het verst mee is gekomen, wint de wedstrijd”, legt Gert Hein Kevelam uit. Hij is general manager van de NTTO, de Nederlandse Truck- en Tractor Pulling Organisatie.

Tractor pulling is ontstaan in de Verenigde Staten, als spel tussen boeren die weleens wilden weten wiens trekker het sterkste was. In 1977 werd het in Nederland geïntroduceerd. Inmiddels is het een serieuze, semiprofessionele sport geworden, met zo’n dertig verschillende klassen.

“Wij zijn met de NTTO een soort rondreizend circus. Met scheidsrechters, baan-officials, keurmeesters en weegmeesters”, vertelt Kevelam. “Elk weekend, van Koningsdag tot eind september, zijn er wedstrijden. Met soms wel 15.000 toeschouwers. Voertuigen in de vrije klasse –  dat zijn zelfgebouwde machines – zijn vaak tonnen waard. Het is een teamsport waarbij techniek, spanning, maar ook gezelligheid en saamhorigheid bij elkaar komen.”

Bij voetbal of volleybal zitten de spelers langer in de ziektewet door een ongeval dan bij onze sport.”
— Gert Hein Kevelam

Sinds 1997

Al decennialang worden de wedstrijden verzekerd bij de Vereende, via assurantiekantoor Veldsink Advies in Meppel en haar voorgangers. “Wij hebben ze sinds 1997 in de boeken staan”, weet assurantieadviseur Dries Hogeveen.

De Vereende biedt aansprakelijkheidsdekking voor het publiek en de mensen van de organisatie. Daarnaast loopt er tot dit jaar voor de deelnemers een ongevallen-inzittendenverzekering. “Vanaf volgend jaar is deelname op eigen risico”, zegt senior acceptant Eddy van Zweeden. “Dat heeft niets met het aantal claims te maken, maar puur met een heroriëntatie binnen de Vereende op onze portefeuille.”

Nauw overleg

Van Zweeden legt uit hoe de Vereende het risico van de wedstrijden beoordeelt. “Dat doen we in nauw overleg met de verzekeringsadviseur en de eindklant. We brengen gezamenlijk in kaart hoe groot het evenement is; hoeveel dagen het duurt; hoeveel runs er worden gedaan; met welke tractortypen; hoeveel toeschouwers er komen. Op basis van al deze factoren kijken we of het risico acceptabel voor ons is.

“Vervolgens stellen we de premie en voorwaarden vast. Soms stellen we aanvullende voorwaarden. Een voorbeeld: als we vinden dat de afstand van de baan tot het publiek te krap is, dan vragen we om die te vergroten van bijvoorbeeld acht naar tien meter. Zo maken we de risico’s met elkaar behapbaar. En houden we de sport verzekerbaar.”

Toonaangevend

Voordeel voor de Vereende is dat de NTTO een toonaangevende organisatie is, die veiligheid hoog in het vaandel heeft. “Bij de acceptatie hoeven wij slechts te melden dat deelnemers moeten voldoen aan het reglement van de NTTO. Daarin staan onder meer de voorwaarden voor deelname en de staat van het voertuig.”

Gert Hein Kevelam vult aan: “Wij lopen met veiligheid voorop in Europa. Wanneer wij een maatregel invoeren, zien we eigenlijk altijd dat de Europese bond die onmiddellijk overneemt en oplegt aan andere landen.”

Zo zitten de heren en dames bestuurders verplicht met een vijfpuntsgordel vast in (of op) hun machine; bij de zwaardere voertuigen dragen ze ook een HANS, een Head and Neck Support device. Bij elke wedstrijd houdt de NTTO vooraf een inspectie en achteraf een evaluatie. “Als de voorbereidingen niet volgens de regels zijn, wordt er niet gereden. Maar de meeste deelnemende organisaties doen al jaren mee, dus ze weten wat er van hen verwacht wordt”, vertelt Kevelam. “Zo moet er als extra beveiliging voor het publiek om de baan heen altijd een barrière geplaatst worden en aan het einde van de baan is een verhoging, de zogenaamde remwal. Dit om te voorkomen dat machines onverhoopt in het publiek terechtkomen.”

Ten slotte spelen de dertig tot veertig baan-officials en EHBO’ers een belangrijke rol tijdens de wedstrijd. “Zij kunnen met vlaggen seinen geven naar elkaar en in geval van nood de wedstrijd stilleggen en een bestuurder veilig uit zijn machine halen.”

Schades

Er zijn wel eens schades. “Er gaat weleens een machine op z'n kant door onbalans. Dan zien je soms dat de bestuurder flinke blauwe plekken heeft. Maar in zijn algemeenheid kun je stellen dat bij voetbal of volleybal de spelers langer in de ziektewet zitten door een ongeval dan bij onze sport.” Er is door het jaar heen dan ook weinig contact met de Vereende. “Dat is ook het beste bij een verzekering”, besluit Kevelam.

Het meeste contact verloopt via verzekeringstussenpersoon Dries Hogeveen. “Ze denken goed mee bij de Vereende”, zegt hij. “Het is van oudsher prettig samenwerken. Neem alleen al hoe ze zich opstelden tijdens corona. Er waren geen wedstrijden, niemand wist hoe lang dit zou gaan duren. Toen hebben ze de premies opgeschort. Dat hebben echt niet alle verzekeraars gedaan... Verbeterpuntje is nog wel hun internet-portal. Alle polis-informatie staat er netjes op, maar mutaties worden nog via de mail verzonden. Dat kost extra tijd en kan tot fouten leiden.”

Dit is een partnerbericht van de Vereende. Bekijk het partnerdossier.