Hoewel in het regeerakkoord niets staat over een verplichte AOV, denkt Janthony Wielink dat die er toch komt. De plannen waarmee minister Koolmees van Sociale Zaken schijnzelfstandigheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt wil tegengaan, wijzen hier volgens hem op. De minister is bezig draagvlak te creëren, aldus Wielink.
Geen zelfstandige
Volgens de opleider zijn zelfstandigen in Koolmees’ plannen geen zelfstandige meer. “Ook geen schijnzelfstandige, maar een verplicht verzekerde werknemer. En daarmee komt de verplichte AOV om de hoek: de (schijnzelfstandige) werknemer valt onder de loondoorbetalingsplicht bij ziekte, de ZW en de WIA. En dat ‘voor weinig’; de kosten hiervan zijn immers voor de werkgever”, schrijft hij.
Regeerakkoord
Wielink wijst op twee passages in het regeerakkoord die de verschillende groepen zzp’ers definiëren. Bij een laag tarief (€ 15-18 per uur) in combinatie met een langere duur van de overeenkomst (meer dan 3 maanden), zal altijd sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. En bij een hoog tarief (boven € 75) en een korte duur (minder dan een jaar) wordt een opt out ingevoerd voor de loonbelasting en werknemersverzekeringen.
Met deze afbakening blijft een grote tussengroep over, schrijft Wielink. Die krijgt een webmodule voorgeschoteld waaruit zou moeten blijken of er sprake is van een dienstbetrekking. “Ook hierdoor zullen er meer (dan gehoopt/gewenst?) zelfstandigen als schijnzelfstandige en dus als verplicht verzekerde werknemer gezien worden.”
Veel meer werknemers
“Met deze opbouw heeft de overheid de schijnzelfstandige op het oog. Het wordt of een echte zelfstandige, of een werknemer in loondienst. Al dan niet op tijdelijke basis met een tijdelijk arbeidscontract”, concludeert hij. “Met de komst van vele extra werknemers ontstaat daardoor vanzelf de oplossing voor de verplichte AOV.”