Een zelfstandig adviseur business development had in 2014 via SFZ een ziekteverzuim- en arbeidsongeschiktheidsverzekering gesloten bij De Amersfoortse. Het verzekerd bedrag was € 40.000; voorafgaand aan het sluiten was hem alleen niet verteld dat er een zogeheten Freelance BV-clausule geldt: waarbij uitkeringen op grond van sociale verzekeringen worden in mindering gebracht op de uitkering van de verzekeraar.
Amersfoortse wordt laat wakker
Toen de man in 2015 arbeidsongeschikt raakte, startte De Amersfoortse de maandelijkse uitkeringen. Opmerkelijk genoeg komt de verzekeraar er pas in 2019 achter dat de clausule ten onrechte niet in acht is genomen. Vanaf augustus 2019 brengt de Amersfoortse vervolgens de WGA-uitkering in mindering. Bij Kifid klaagt de man met succes: de adviseur heeft niet kunnen aantonen dat de clausule besproken is, oordeelt de geschillencommissie in een tussenuitspraak.
Meer dekking is meer premie
De te vergoeden schade moest nog wel worden vastgesteld. De klant stelde dat hij € 79.500 schade had geleden, maar dat betwistte SFZ: bij een hoger verzekerd bedrag is de premie immers ook hoger. Uit het dossier blijkt dat de klant tot 1 augustus 2019 een uitkering van € 3.518,81 bruto per maand ontving. Daarna is het maandbedrag verlaagd naar € 461,19 bruto, tot de einddatum op 1 oktober 2021. Het verschil tussen de maandelijkse uitkeringen is in totaal dan het bedrag dat de klant heeft geëist.
Alsnog flinke schadevergoeding
De commissie gaat in de einduitspraak echter mee in het betoog van SFZ dat de klant vanaf 2014 bij een hoger verzekerd bedrag ook meer premie zou hebben betaald. Dat berekent SFZ op € 4.265,52 per jaar. “De meerpremie komt de Commissie niet onaannemelijk voor en deze meerpremie dient in mindering op het schadebedrag te worden gebracht.” Het verschil is € 9.209,68: dat leidt ertoe dat SFZ alsnog ruim € 70.000 aan de verzekerde moet betalen.