De Wet toekomst pensioenen (Wtp) is in beginsel gericht op de regelingen van de pensioenfondsen, want daar was een probleem. De pensioenregelingen, die ondergebracht zijn bij verzekeraars en PPI's moeten echter ook allemaal worden aangepast. De zin en vooral onzin hiervan heb ik in eerdere blogs al aan de kaak gesteld.
Een relatie vroeg mij deze maand of ik wil uitzoeken op welke pensioenen hij recht heeft in geval van ontslag wegens een IVA-uitkering. In het voorjaar meldde het pensioenfonds hem namelijk dat hij te maken krijgt met een correctie van het opgebouwde en te bereiken pensioen. Aldus geschiedde. Abusievelijk bleek het fonds een vrijstelling van de premiebetaling te hebben toegepast wegens arbeidsongeschiktheid.
Enkele maanden geleden werd ik - los van elkaar - benaderd door twee personen in verband met expirerende lijfrenteverzekeringen, bij toevallig dezelfde verzekeraar. De dame (59) wilde de uitkering 7 jaar uitstellen en de heer (75) wilde een direct ingaande uitkering binnen de fiscale kaders qua duur en hoogte. Liefst een gegarandeerde rente en wars van beleggingen.
"Het is wat het is. En nu gas erop." Tot spijt van voorzitter Helen Taylor Parkins van het Register Pensioenadviseur (RPA) heeft ook de Eerste Kamer geen oog gehad voor de ongewenste effecten van de door haar goedgekeurde Wet toekomst pensioenen (WTP) op de pensioenregelingen die niet zijn ondergebracht bij een pensioenfonds.
De themamiddag van het RPA (Register Pensioenadviseur) werd onlangs druk bezocht. De zon was geen reden voor de pensioenadviseurs om verstek te laten gaan. De Wtp, Wet toekomst pensioenen, stond op de rol, met nadruk op de wereld buiten de pensioenfondsen. Het ziet er naar uit dat de Eerste Kamer deze wet er doorheen wil jagen voordat de nieuwe Kamer aantreedt.
Het pensioenakkoord zorgt ervoor dat de beschikbare premieregeling de norm wordt. In de pensioenpraktijk zie je dat er een verschuiving plaatsvindt van vooral advisering aan de werkgever naar steeds meer advisering aan de deelnemer.
Er zijn voor werkenden hoge drempels om in de derde pijler individueel (bij) te sparen voor het pensioen en daar moet de branche wat aan doen, zo roept de AFM op. Maar is dat het hele verhaal? Helen Taylor Parkins, voorzitter van het Register Pensioenadviseur, ziet dat de derde pijler aan belang gaat winnen en vindt dat soepeler beloningsregels kunnen helpen. Pensioenadvocaat Theo Gommer stelt dat met de bancaire lijfrente al een goede oplossing voorhanden is.
Werknemers die nu een premieregeling of middelloonregeling met een progressieve opbouw hebben, mogen die houden. Nieuwe werknemers krijgen verplicht een leeftijdsonafhankelijke opbouw.
2022 is bijna voltooid verleden tijd. Al jaren wordt gesproken over een nieuw pensioenstelsel. AM publiceerde er dit jaar geregeld over. Vandaag blikt de redactie terug op de meest in het oog springende pensioenonderwerpen van afgelopen jaar.
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde! Dat betekent dat een werkgever een pensioenregeling niet zonder meer eenzijdig mag aanpassen. Deelnemers moeten daarmee instemmen na duidelijk en volledig geïnformeerd te zijn, waarbij verschillen inzichtelijk moeten zijn gemaakt. Bij grotere organisaties heeft de ondernemingsraad ook instemmingsrecht. Tenminste als het gaat om de verzekerde regelingen. Voor bedrijven die aangesloten zijn bij pensioenfondsen ligt dit wat anders.
