De overeenkomst is een uitwerking van het pensioenakkoord dat de partijen vorig jaar al sloten. Om het stelsel op termijn betaalbaar te houden worden de uitkeringen meer afhankelijk gemaakt van de financiële prestaties van de pensioenfondsen. Dat betekent dat de pensioenen bij tegenspoed sneller moeten worden gekort, maar in betere tijden ook sneller weer kunnen stijgen.
Rekenrente en dekkingsgraden spelen geen rol
Dat betekent ook dat er geen gebruik meer zal worden gemaakt van rekenrente en dekkingsgraden. Er wordt wel een aantal schokbrekers ingebouwd om te voorkomen dat crises zoals de huidige ineens tot grote pensioenkortingen leiden. Zo komt er een zogenoemde solidariteitsreserve om economische schokken op te vangen.
Korten niet aan de orde
Volgend jaar hoeven zoals verwacht de meeste pensioenfondsen niet te korten op hun pensioenen. Daartoe is besloten "gegeven de zeer uitzonderlijke economische situatie", zegt Koolmees. Een pensioenfonds moet dan wel een dekkingsgraad van 90 procent hebben aan het eind van dit jaar. "Ik ben blij dat we die afspraak hebben kunnen maken", aldus Busker. "We leven in een hele onzekere tijd en het is goed dat er dan wat rust aan het pensioenfront komt."
Geen pech- en geluksgeneraties meer
Volgens Koolmees worden met het bereikte akkoord "alle deelnemers fair behandeld" en zijn er straks "geen pech- en geluksgeneraties meer". Waar dat nodig is komt er "adequate compensatie", voegt Busker daar aan toe. Hij wijst erop dat voor veel gepensioneerden de pensioenuitkering al tien jaar niet is meegestegen met de inflatie. Werkgeversvoorman Hans de Boer wijst erop dat dit maar bewijst dat het huidige stelsel evenmin zekerheid biedt. Het akkoord wordt nog aan de achterbannen van de vakbonden en werkgeversorganisaties voorgelegd.