In de meeste Nederlandse meterkasten hangt inmiddels een slimme energiemeter. Hoewel de kwalificatie ‘slim’ wellicht wat teveel eer is. Het apparaat stuurt zelfstandig periodiek meterstanden door. Meer doet het niet. De Data Sharing Coalition, een door het ministerie van Economische Zaken gesteund initiatief, probeert nieuwe toepassingen te vinden voor bestaande datastromen door niet-gerelateerde sectoren aan elkaar te verbinden.
Ik zie dat jij al tien jaar klant bij me bent, je hebt een G-label woning, en we denken dat je op basis van je energieverbruik mogelijkheden hebt om je maandlasten te verlagen”
Vier geldverstrekkers en drie ketens experimenteren
In dit geval de energiesector en de financiële dienstverlening. Is de data uit slimme meters bruikbaar voor het intermediair en geldverstrekkers? “In juli hebben we geconcludeerd dat het kan”, vertelt De Bake. Na die conclusie heeft HDN de achterban gevraagd wie wil aanhaken bij een verkenning. “Dus stel dat je deze data krijgt, wat kunnen we er dan mee?” Vier hypotheekverstrekkers en drie adviesketens namen de uitdaging aan.
Geen waarde in alleen energiedata
Het consortium komt samen in werkgroepen en concludeert al snel dat de data uit de slimme meter eigenlijk niet meer dan een puzzelstukje is. Er zit verder geen waarde in. Wil je er iets mee kunnen, dan heb je ook informatie nodig over de samenstelling van het huishouden, het soort woning, het energielabel, een referentieobject en uiteraard ook de actuele hypotheekgegevens.
Waardevol voor bestaande klant
De projectgroep definieert daarom een aantal fictieve klantreizen om te zien waarde data uit de slimme meter optimaal ingezet kan worden. Van nieuwe woningkopers tot klanten in de bestaande portefeuille. “Uiteindelijk hebben we gevraagd aan de projectgroep: waar moeten we mee beginnen? Nieuwe productie, of klanten in beheer? De meest voor de hand liggende is de klant in beheer”, vertelt De Bake.
Het gesprek aangaan
Volgens de innovatiemanager zou je er zelfs vanuit een zorgplichtperspectief naar kunnen kijken. Er komen steeds meer nieuwe producten op de markt die zijn gericht op verduurzaming. Hypotheekproducten die soms recht geven op een rentekorting. “De consument wordt dan geïnformeerd vanuit de adviseur: ‘ik zie dat jij al tien jaar klant bij me bent, je hebt een G-label woning, en we denken dat je op basis van je energieverbruik mogelijkheden hebt om je maandlasten te verlagen.’ Op basis van energiebesparing en nieuwe groene producten.”
Wil dat lukken, dan heb je wel al die gegevens nodig. De slimme meter vult slechts één datapunt. “Maar daarmee kun je de consument wel veel gerichter gaan benaderen. Om in ieder geval het gesprek aan te gaan”, zegt De Bake. In de data zelf zit dus nog geen informatie waarop een hypotheekverstrekker bijvoorbeeld een financiering kan baseren. Maar wat niet is, kan nog komen. “HDN is slechts de buis waardoor we de data afleveren. Het is aan de geldverstrekkers om er een specifiek product mee in te richten.”
Druk op de knop
Maar wordt het niet nodeloos ingewikkeld gemaakt? Een klant die een financiering wil voor verduurzamende maatregelen kan die toch ook al eenvoudig verkrijgen zonder z’n verbruiksgegevens af te staan? Dat is niet de juiste manier om er naar te kijken, vindt De Bake. Heel letterlijk genomen is het niet ingewikkeld. Het is brondata, dus het gaat om één druk op de knop. En met wat meer afstand is het slechts een stapje op de weg naar grotere innovatieve vindingen.
Verduurzaming elk jaar belangrijker
“Elk datapunt dat je kunt gebruiken om de actuele situatie van een consument te beoordelen, kan helpen bij een goed advies”, meent De Bake. En het kan adviseurs de handvatten geven om beter bij de portefeuille betrokken te blijven. “Met een jaar als dit, vol oversluiters en nieuwe hypotheken, zal er de komende jaren veel ruimte zijn voor actief beheer. Dan is informatie over onderwerpen als verduurzaming ontzettend waardevol.” De Bake verwacht dat in juni 2021 een eerste toepassing van slimmemeterdata gerealiseerd is.