Bron van het conflict tussen 29 medewerkers, van wie vier hun zaak later introkken, en hun werkgever is het nieuwe centrale leasebeleid van de bank dat sinds dit jaar geldt. Eerder mochten lokale banken hun eigen leaseregels opstellen. De medewerkers moesten hun auto, die ze al jaren hadden, inleveren. Rabo wilde kosten besparen door alleen nog leaseauto’s aan te bieden aan werknemers die meer dan 20.000 zakelijke kilometers per jaar rijden.
Arbeidsvoorwaarde
De rechtbank Amsterdam steekt hier nu een stokje voor. Volgens de Rabobank gaat het om een regeling en niet om een arbeidsvoorwaarde. De leaseauto is niet onvoorwaardelijk ter beschikking gesteld, maar alleen toegekend voor het uitvoeren van de functie. De auto was geen tegenprestatie voor het verrichten van bedongen arbeid, betoogt de bank.
De rechter bepaalt echter dat het wel degelijk om een arbeidsvoorwaarde gaat. Het is in sollicitatiegesprekken ter sprake gekomen, het stond niet los van het aantal zakelijke kilometers en de eisers konden hun leaseauto tijdens hun meestal langdurige dienstverband ook privé (met bijtelling en eigen bijdrage) gebruiken. Na afloop van de leasetermijn kregen de medewerkers zonder nadere vragen over het zakelijk gebruik een nieuwe leaseauto toegekend.
Zwaarwichtig belang
Een werkgever mag een arbeidsvoorwaarde alleen eenzijdig schrappen als er sprake is van zwaarwegende redenen. Kostenbesparing, een uniform leasebeleid voor alle vestigingen en het vanuit milieuoogpunt ontmoedigen van autogebruik zijn geen ‘zwaarwichtige belangen’, aldus het vonnis. Dat betekent dat de bank aan de procederende 25 werknemers een leaseauto ter beschikking moet blijven stellen.
Hoger beroep
Een woordvoerder van Rabobank zegt tegen het FD dat de bank in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Onbekend is hoeveel andere medewerkers met deze uitspraak in de hand aanspraak zouden kunnen maken op behoud van hun leaseauto.