In november 2015 sluit een consument een autoverzekering af bij Aegon. Wanneer in januari 2016 in zijn auto wordt ingebroken, dient de consument een schadeclaim in van € 3400. De verzekeraar wil de schade niet vergoeden, omdat op het moment van de auto-inbraak de consument een betalingsachterstand had van meer dan 30 dagen. Volgens de voorwaarden kan de dekking dan met terugwerkende kracht worden geschorst.
Ondertekening aanvraagformulier
De consument beklaagde zich over de handelswijze van Aegon bij Kifid. Hij is van mening dat de verzekeraar ten onrechte een beroep doet op de schorsingsclausule in de voorwaarden van de autoverzekering, omdat hij de verzekeringsvoorwaarden niet heeft ontvangen. Wettelijk zijn algemene voorwaarden alleen van toepassing als beide partijen de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden hebben aanvaard, en dat is volgens consument niet het geval. Volgens Aegon heeft de consument door ondertekening van het aanvraagformulier de voorwaarden van toepassing verklaard.
Geen verzekeringsovereenkomst
De verzekeraar wijst er bovendien op dat er op het moment van de inbrak nog geen sprake was van een verzekeringsovereenkomst omdat de eerste premie nog niet was betaald. De Geschillencommissie is het daarmee niet eens en constateert dat op het polisblad duidelijk staat dat de verzekering op 12 november 2015 is ingegaan; er is geen voorbehoud gemaakt van eerste premiebetaling. De conclusie kan niet anders zijn dan dat de verzekeringsovereenkomst door aanbod en aanvaarding tot stand is gekomen per 12 november 2015, is het oordeel van de Geschillencommissie.
Toepasselijkheid voorwaarden
De Geschillencommissie concludeert verder dat de verzekeraar geen beroep kan doen op de schorsingsclausule omdat niet is vastgesteld dat consument en verzekeraar beiden de toepasselijkheid van de verzekeringsvoorwaarden hebben aanvaard. De Geschillencommissie stelt vast dat de verzekeraar dit niet met (een kopie van) het originele aanvraagformulier heeft bewezen. De Geschillencommissie concludeert dat de enkele vermelding van verzekeringsvoorwaarden op het polisblad niet zonder meer inhoudt dat partijen de toepasselijkheid van die voorwaarden zijn overeengekomen.
Hof van Justitie
De Geschillencommissie voegt in haar uitspraak nog een nadere overweging toe. Indien toepassing van de voorwaarden door beide partijen wel was aanvaard, dan zou in deze klacht de consument met succes een beroep kunnen doen op ‘vernietiging’ van de voorwaarden. De Geschillen-commissie is van mening dat de verzekeraar bij het online sluiten van de verzekering de algemene voorwaarden aan de consument ter beschikking moet stellen op een manier dat de consument de voorwaarden kan opslaan, dat de inhoud ongewijzigd blijft en dat hij er op een later moment nog kennis van kan nemen. De Geschillencommissie verwijst in dit kader ook naar de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 25 januari 2017 (zaak C-49/11, BAWAG). De voorwaarden aanbieden via een website als ‘duurzame informatiedrager’ kan alleen wanneer het eenzijdig wijzigen van de inhoud van de website door de gebruiker (de verzekeraar) en de beheerder van de website is uitgesloten. Ook moeten de voorwaarden voor een passende termijn ongewijzigd beschikbaar zijn. In deze zaak heeft de verzekeraar niet aangetoond dat aan die vereisten is voldaan.