Twintig jaar geleden viel een dossier op m'n bureau dat mijn beeld over het instituut van de Katholieke Kerk deed verpulveren. Het was een vuurrood dossier, dus publicitair explosief. De Rooms-Katholieke Kerk (RKK) had bij Aegon een claim van 43.000 euro ingediend onder haar werkgeversaansprakelijkheidsverzekering. Niet voor een gebroken ruit of brandje, maar voor de verkrachting van een 12-jarig meisje, door een priester.

Bij een ongeval op een bedrijfsterrein raakte een medewerker zwaargewond. TVM keerde als SVI-verzekeraar een schadebedrag van ruim 3 ton aan slachtoffer uit. Toch stapte de verzekeraar naar Rechtbank Overijssel om de aansprakelijkheid bij de eigenaar van de heftruck en diens WAM-verzekeraar, HDI, neer te leggen.

Valt een uitkering op een collectieve ongevallenverzekering altijd ten deel aan het slachtoffer? Het gerechtshof in Den Bosch bepaalde net als eerder de rechtbank van niet. Het leidde tot discussie onder een LinkedIn-post van verzekeringsrechtadvocaat Agnes Koert (Backx & Ripmeester). De polis wordt door verzekeraars immers in de markt gezet om te voldoen aan 'goed werkgeverschap', hoe wenselijk is het dan dat een werkgever de uitkering in eigen zak steekt? ASR reageert.

Als een arbeidsmigrant arbeidsongeschikt raakt door een ongeval op het werk, dan wordt zijn positie direct penibel. Er is geen juridische of financiële hulp, ze spreken de taal niet en wat ze verdiend hebben is meestal al overgemaakt naar familie in het thuisland. Letselschadebureau JBL&G pleit voor meer bescherming, zeker als de werkgever ook voor de huisvesting van de werknemer gezorgd heeft.