De pensioenfondsen hebben vooral baat bij de stijgende rente. Die maakt dat de totale verplichtingen met € 111 miljard afnamen tot € 1.576 miljard. Het totale pensioenvermogen kromp ook, maar minder hard: dat kwam uit op € 1.676 miljard, € 15 miljard lager dan eind 2020. De dekkingsgraad van alle pensioenfondsen was eind maart 106,3%. Dat is zes procentpunten beter dan eind december. De stijging doet zich nu vier kwartalen achtereen voor; inmiddels is de dekkingsgraad weer hoger dan een jaar geleden (89,6%).
Beleidsdekkingsgraad
De beleidsdekkingsgraad zit 1,9 procentpunt in de plus vergeleken met het laatste kwartaal van vorig jaar. Deze graadmeter geeft het gemiddelde aan van de laatste 12 maanden en is bepalend voor de vraag of er al dan niet gekort moet worden. De actuele dekkingsgraad bevindt zich sinds afgelopen najaar weer boven het niveau van de beleidsdekkingsgraad, die zich nu dus ook aan het herstellen is van de flinke knauw die de financiële positie van pensioenfondsen begin vorig jaar kreeg door de coronacrisis en de daarmee gepaard gaande scherpe dalingen op de beurs.
Hoe staan de grootste pensioenfondsen ervoor?
's Lands grootste pensioenfonds ABP noteert eind maart een dekkingsgraad van 100,5%. De beleidsdekkingsgraad zit met 89,8% nog net onder de tijdelijke kritische kortingsgrens van 90%. Zorg & Welzijn heeft 97,9% van de verplichtingen in kas en heeft een beleidsdekkingsgraad van 89,5%. Bij PMT staat de dekkingsgraad op 98,8%; het gemiddelde van de laatste 12 maanden is 92,5%. Metaal- en technologiefonds PME noteert 101,7% respectievelijk 94,2%. Het pensioenfonds voor de bouw (Bpf Bouw) staat er prima voor, met een dekking van 117,3% en een beleidsdekkingsgraad van 107,9%.
