Dat schrijft de Pensioenfederatie in een brief aan de Tweede Kamer. Vanaf 1 januari 2020 moeten ondernemingen en veel andere rechtspersonen hun directe en indirecte eigenaren vastleggen in het UBO-register. UBO staat voor ultimate beneficial owner, de uiteindelijk belanghebbende. De registratie moet financieel-economische criminaliteit zoals witwassen, terrorismefinanciering en belastingontduiking tegengaan.
Dekmantel
Pensioenfondsbestuurders zien opname in dat register niet zitten. Veel fondsen zijn een stichting en zouden daarom aan de eisen moeten voldoen. De Pensioenfederatie noemt dat enerzijds begrijpelijk “omdat ook stichtingen een dekmantel kunnen zijn voor het witwassen en financieren van terrorisme”.
Dubbele toetsing
Toch vragen ze minister Hoekstra om een uitzonderingspositie. Volgens de fondsen is de aard en omvang van het economisch belang van beleidsbepalers en bestuurders bij pensioenfondsen niet vast te stellen. Ze kunnen die informatie dus niet aan het UBO-register geven.
Daarnaast hebben ze andere bezwaren. Vermogensbeheerders die pensioenfondsen als klant hebben doen al onderzoek bij die fondsen op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. “Daarmee worden pensioenfondsen langs deze weg al getoetst op eventueel witwassen of financiering van terrorisme”, aldus de brief aan de Kamer. Ook DNB toetst de bestuurders op geschiktheid en betrouwbaarheid.
Regeldruk
Een uitzondering is daarom op zijn plaats, vinden de fondsen. Dit kan negatieve regeldruk voor pensioenfondsen en hun bestuurders voorkomen, stellen ze. Binnen de wetgeving rondom het UBO-register gelden al uitzonderingen voor eenmanszaken, VvE’s en beursgenoteerde vennootschappen.