Vorig jaar bracht de verhoging van de AOW-leeftijd naar 65 jaar en 9 maanden € 1,7 miljard op voor de schatkist. Dat is het bedrag dat extra zou zijn uitgegeven aan AOW-uitkeringen indien de pensioenleeftijd op 65 jaar was gebleven. Het CBS becijferde alleen directe effecten. Indirecte effecten van de AOW-leeftijd op onder andere de werkgelegenheid, belastingen en de aanspraak op andere uitkeringen zijn niet meegerekend.
Kleiner aandeel bbp
De uitgaven aan AOW-uitkeringen bedroegen € 37,4 miljard in 2017. Tien jaar eerder was dat nog € 25,2 miljard euro. Als aandeel van het bruto binnenlands product daalden de uitgaven vorig jaar. Dat was voor het eerst na een jarenlange stijging. Iets minder dan 5,1% van het bbp werd in 2017 besteed aan AOW-uitkeringen.
Het CBS voorspelt dat de directe besparingen op AOW-uitkeringen komende jaren blijven toenemen. Dat komt door het gegeven dat de AOW-leeftijd in stapjes omhoog zal blijven gaan. Elke stap omhoog, betekent meer besparing voor de staat.