Het pensioenfonds in kwestie werd door DNB middels een aanwijzing gesommeerd de beleggingen in goud blijvend af te bouwen, van 13% naar 3%. Die aanwijzing was onrechtmatig, zo oordeelde de rechter al eerder. De procedure over de schadevergoeding werd gisteren afgerond: DNB moet flink in de buidel tasten.
Jullie vroegen aan de rechter een bedrag van € 9,3 miljoen. Dat is niet gelukt.
Erik Lutjens: “Wat er gebeurt bij het vaststellen van de schade is dat je de situatie moet nabootsen waarin het goud niet gedwongen verkocht was. Wat zou er dan zijn gebeurd? De schade is in dit geval het feit dat het pensioenfonds niet heeft kunnen profiteren van de stijgende goudprijs omdat het goud begin 2011 gedwongen moest worden verkocht. In onze eis zijn wij uitgegaan van de situatie waarin het fonds al het goud voor de beste prijs had verkocht, in augustus 2011, maar dat vond de rechtbank niet reëel.”
De rechtbank stelt dat het pensioenfonds zonder ingrijpen van DNB in drie fases zou hebben verkocht. Is dat aannemelijk?
“De rechtbank heeft gekeken naar het beleidskader waarbinnen het pensioenfonds besluiten nam: het zogenoemde dashboard. In dat beleidskader waren er twee redenen om het goud te verkopen; bij een dalende prijs, maar ook bij een te snel stijgende prijs, een zogenoemde bubble. Daarin werden verschillende fases onderscheiden. De rechtbank vindt het gezien de goudprijzen in 2011 aannemelijk dat het fonds 20% in fase 6 (in april) zou hebben verkocht, 30 % in fase 7 (juli) en 50 % in fase 8 (augustus). Wij denken dat dat geen onredelijk oordeel is.”
Gaat het fonds nog in hoger beroep?
“Uiteraard is dat een optie die je altijd moet overwegen. We kijken nu naar de pro's en contra's. Maar zoals gezegd: wij realiseren ons ook dat de rechtbank een redelijk verhaal heeft.”
Is het eerder voorgekomen dat DNB zo fors moet betalen voor een verkeerde aanwijzing?
“Bij mijn weten niet. Dit is wel een uniek verhaal. Temeer omdat, na deze zaak, in juli 2012 de wet is gewijzigd en in de Wet financieel toezicht is opgenomen dat DNB niet aansprakelijk is voor schade die ontstaat door een van haar aanwijzingen, tenzij sprake is van opzet of grove schuld. Van dat laatste zal uiteraard niet snel sprake zijn.”