De man en zijn echtgenote sloten in 2007 een hypothecaire geldlening bij Aegon. Eind vorig jaar besloten ze tot een extra aflossing van 20.000 euro. Voor Aegon reden om op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) onderzoek te doen naar de herkomst van het geld. Voor het stel reden om hun pensioenoverzichten te verstrekken met daarbij de toelichting dat er vanuit pensioeninkomsten ruimte was om te sparen, mede als gevolg van de corona-omstandigheden.
Tweede extra aflossing
Korte tijd later volgde nog een extra aflossing van 5.000 euro. Voor Aegon aanleiding opnieuw te verzoeken om informatie over de opbouw van het spaarvermogen. De man vroeg Aegon de informatieaanvraag te heroverwegen, omdat volgens hem de verstrekte pensioenoverzichten de herkomst van het aflossingsbedrag aantonen. Hij vindt het onterecht dat Aegon informatie over de opbouw van zijn spaarvermogen opvraagt.
Persoonsgegevens in frauderegisters
In maart meldde Aegon de man dat zijn persoonsgegevens worden opgenomen in het intern frauderegister wanneer hij de herkomst van het vermogen niet aantoont. Dat gebeurde daadwerkelijk toen de man geen gehoor gaf aan de oproep. Zijn personalia zijn voor een periode van acht jaar opgenomen in de interne frauderegisters. De man stapte daarop naar de geschillencommissie van Kifid. Die boog zich onder meer over de vraag of de informatie over de opbouw van het spaarvermogen over een periode van twaalf maanden noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de Wwft-verplichting om een cliëntenonderzoek te verrichten. De commissie meldt sympathie te hebben voor het standpunt van de consument, maar geeft toch Aegon gelijk.
Poortwachtersrol financiële sector
“Er wordt door de wetgever en toezichthouder veel van financiële instellingen verwacht op het punt van hun poortwachtersrol en daarmee van het cliëntenonderzoek dat zij dienen te verrichten. Vanuit dat licht bezien oordeelt de commissie dat Aegon informatie over de opbouw van het spaarvermogen noodzakelijk mocht achten voor het cliëntenonderzoek”, aldus de commissie in haar bindende uitspraak. “Aegon heeft niet in strijd met de AVG gehandeld door bij de consument informatie op te vragen over de opbouw van zijn spaarvermogen over een periode van twaalf maanden.”
Consument wordt niet belemmerd
De commissie vindt opname van de personalia van de man in de interne frauderegisters voor een periode van acht jaar niet disproportioneel, omdat het slechts om interne registers gaat en “financiële instellingen die geen deel uitmaken van de Aegon-groep geen toegang hebben tot de persoonsgegevens. De consument wordt dus niet belemmerd in zijn mogelijkheden om met een andere financiële instelling een (bancaire) relatie aan te gaan.”
Informatie niet voor andere zaken bedoeld
Wel maakte de commissie een opmerking over het feit dat Aegon tijdens de zitting van de commissie heeft gemeld dat de hypothecaire geldlening van de klant uit negen leningdelen bestaat en dat in het voorjaar van 2020 een verhoging van een van de leningdelen is aangevraagd. Aegon wil niet dat het ene leningdeel verhoogd wordt om een ander leningdeel mee af te lossen; dit zou namelijk een omzeiling van de omzettingskosten zijn en dat wil Aegon niet. De commissie benadrukt dat het niet de bedoeling is om “Wwft-cliëntenonderzoek te gebruiken om informatie op te vragen die Aegon om een andere reden graag wil hebben”.
Aegon krijgt veeg uit de pan
De commissie geeft aan zowel Aegon als de klant nog wel mee dat de onvrede van de consument vooral zit in het gevoel onheus te zijn bejegend. “Vanuit het perspectief van een jarenlange klantrelatie valt dit ook wel te begrijpen. Om die reden zou het aanbeveling verdienen om dit gevoel van onvrede over en weer weg te nemen en wellicht kan dit bereikt worden doordat de consument de gevraagde gegevens alsnog aanlevert en Aegon vervolgens bekijkt of ze de registratie of duur ervan wil heroverwegen.”