Promovenda Esther Jaspers, universitair docent aan de Massey Business School van de Massey University in Nieuw Zeeland, laat in haar onderzoek zien dat materialisme als ‘slecht’ beoordelen te ongenuanceerd is. Ze toont aan dat dingen kopen en bezitten omdat je daar plezier aan beleeft, bijdraagt aan levensgeluk, en dat het bezitten van spullen als een maatstaf voor status en succes bijdraagt aan zowel financieel vermogen als levensgeluk.
Kopen voor plezier
Weliswaar toont onderzoek aan dat materialisten vaker onzeker, eenzaam en minder gelukkig zijn, maar volgens Jaspers is dat beeld genuanceerd wanneer wordt ingezoomd op verschillende typen materialisme: zij die door te kopen streven naar geluk, zij die kopen voor hun plezier, en mensen die bezit nemen als maatstaf voor succes. Bij het eerste type is de negatieve correlatie met het uiteindelijk ervaren levensgeluk daadwerkelijk negatief. Bij de andere twee twee types materialisten heeft het uitgavepatroon wel een positieve invloed op het geluk.
Late volwassenheid
Haar onderzoek nuanceert ook nog twee andere veronderstellingen. Haar onderzoek bevestigt dat jongeren meer materialistisch zijn en dat materialisme afneemt naarmate men ouder wordt, maar ze toont tevens aan dat materialisme weer stijgt in de late volwassenheid. Eveneens in lijn met wat men zou verwachten blijkt inderdaad dat mensen die materialistischer zijn minder spaargeld en meer schulden hebben, maar deze relatie geldt niet voor het type ‘bezit als maatstaf voor succes’ waarbij mensen gemiddeld genomen minder schulden en meer vermogen hebben.