De maatstaven geven een richtlijn, maar hoeven niet door verzekeraars gebruikt te worden om zaken als overrentedeling en premiekorting te berekenen. De rendementsmaatstaven geven onder meer een richtlijn voor de tarifering van direct ingaande lijfrentes; pensioenverzekeraars baseren zich voor rendementsdeling vaak op het u-rendement.
Het u-rendement wordt maandelijks vastgesteld op basis van het effectieve rendement van Nederlandse staatsobligaties met een gemiddelde resterende looptijd van 2 tot 15 jaar. Tweemaal per maand wordt ook een deel-u-rendement vastgesteld; het u-rendement is het gemiddelde van de laatste zes deel-u-rendementen. Die deelrendementen zitten al langere tijd rond de nullijn en zijn sinds half juni negatief. Het u-deelrendement was eind juli zelfs -0,28.
T- en s-rendement
Het t-rendement is ook gebaseerd op staatsobligaties, maar kent andere voorwaarden, onder meer dat de gemiddelde looptijd minimaal zeven jaar is. Dat rendement staat voor augustus op 0,39, tegen 0,51 in juli. Het s-rendement wordt afgeleid van het gemiddelde reële rendement van Nederlandse staatsobligaties en staat voor deze maand op 0,55 (juli: 0,68).