De UFR is het renteniveau waar op de lange termijn de rekenrente naartoe beweegt. Dit percentage staat op 4,2 procent en wordt, als het voorstel van EIPOA wordt geïmplementeerd, per 1 januari 2018 verlaagd naar 4,05 procent. Gebaseerd op de methodologie zou de UFR feitelijk uitkomen op 3,65 procent maar het voorstel houdt ook in dat jaarlijkse wijzigingen gemaximeerd zijn op 0,15 procentpunt.
Samenhang met Solvency II
Solvency II is pas sinds 1 januari 2016 formeel van kracht. Het Verbond vindt het onverstandig om zo kort na introductie van nieuwe regels een dergelijk fundamenteel onderdelen te herzien. "Verzekeraars zijn er nog steeds voorstander van om de UFR in samenhang te bekijken met andere factoren die de rekenrente mede bepalen. Volledige evaluatie van het pakket met zogenoemde lange termijn garantie maatregelen (LTG-maatregelen) in Solvency II staat gepland voor 2020. Samen met de LTG maatregelen bepaalt de UFR de rekenrente. Het is daarom logisch om een herziening van de UFR in samenhang met de herziening van de LTGA maatregelen uit te voeren."
UFR en 50-jaarsrente
De brancheorganisatie benadrukt overigens dat een UFR van 4,2 procent niet betekent dat er ook gerekend wordt met een rente van 4,2 procent. Bij de huidige UFR van 4,2 procent lag de 50-jaarsrente, waarmee voor verplichtingen over 50 jaar gerekend moet worden, eind februari onder de 2,7 procent. De 10-jaarsrente ligt zelfs onder de 0,6 procent