Het gaat in de zaak om een klant die Horizon inschakelt om zijn bestaande hypotheek over te sluiten. Daartoe is bij de geldverstrekker (Direktbank) al een aflosnota opgevraagd. De aflosnota, geldig tot 18 september 2014, bevat geen boeterente. Consument en adviseur overleggen vervolgens per e-mail over de vraag bij welke notaris de hypotheek zal passeren. De klant wil dat (in verband met een geplande vakantie van 14 tot en met 19 september 2014), voor 12 september doen. De adviseur geeft daarop aan dat die termijn voor de notaris niet haalbaar is en stelt voor de akte op 22 september 2014 te laten passeren. De klant is daarmee akkoord, nadat de adviseur desgevraagd aangeeft dat het verstrijken van de deadline van de aflosnota met enkele dagen 'geen probleem zou zijn'.
Nieuwe nota
Op verzoek van de notaris, rekening houdend met deze nieuwe aflosdatum, stuurt Direktbank op 11 september een nieuwe aflosnota toe. De boeterente daarin bedraagt € 3.460. De adviseur stuurt Direktbank vervolgens op 16 september een email met daarin het verzoek te bevestigen dat deze aflosnota op een misverstand berust. De adviseur geeft verder aan dat zijn klant in de gelegenheid is de akte vóór de deadline van 18 september 2014 te laten passeren. De lening wordt evenwel pas op 22 september 2014 afgelost en de boete wordt door de klant onder protest betaald.
Klacht
De adviseur dient namens de klant een klacht bij de geldverstrekker in. De bank wijst de klacht af. Volgens de bank kunnen aan de eerste nota geen rechten kunnen worden ontleend als de uiteindelijke aflossing plaatsvindt na het verstrijken van de geldigheidsdatum daarvan.
De klant stelt vervolgens zijn adviseur aansprakelijk en wil de betaalde boeterente terug. Maar de adviseur verschuilt zich achter Direktbank. "Wij betreuren de klantonvriendelijke behandeling van de Direktbank. De aflosnota vanuit de Direktbank naar u toe, is mijns inziens, duidelijk. Echter wij kunnen niet voorzien dat de Direktbank andere communicatie naar de notaris verzendt”.
Oordeel
De klant stapt daarop naar het Kifid. Dat oordeelt: "De Commissie is van oordeel dat het handelen van de adviseur de toets niet doorstaat. De adviseur wist dan wel behoorde te weten dat door zijn advies op te volgen Consument geen rechten meer kon ontlenen aan de genoemde aflosnota. Dit leidt tot schadeplichtigheid van de adviseur. De door Consument geleden schade, te weten de in rekening gebrachte boeterente, dient geheel voor rekening van de adviseur dient te komen."