De zaak vindt zijn origine in 2010 als de klant zich arbeidsongeschikt heeft gemeld omdat hij gediagnosticeerd is met knokkelkoorts (dengue). Een jaar eerder heeft hij een AOV afgesloten bij Aegon en daar maakt hij nu aanspraak op. Aegon keert tot en met mei 2012 de AOV volledig uit, maar stopt vervolgens met uitkeren met uitzondering van een halve uitkering in juni en juli 2012 en april 2013 en een eenmalige volledige uitkering in december 2012.

Vermoeidheidssyndroom
De klant vorderde een volledige hervatting van de betaling vanaf juni 2012. Maar volgens Aegon wezen medische onderzoeken uit dat er geen medisch objectiveerbare klachten waren. Daarnaast zou er sprake zijn van een chronisch vermoeidheidssyndroom. In de voorwaarden van de AOV van Aegon staat dat er in dat geval geen dekking wordt verleend.

Het KiFiD oordeelde evenwel dat er op basis van het medisch dossier genoeg grond is om te concluderen dat de klant na mei 2012 nog altijd arbeidsongeschikt was. Aegon zou onvoldoende hebben onderbouwd op welke grond de uitkering was stopgezet. Ook het beroep op het chronisch vermoeidheidssyndroom hield geen stand, omdat er sprake was van andere aandoeningen die de vermoeidheid als gevolg met zich meebrachten.

Het klachteninstituut besloot daarom dat Aegon binnen drie weken na het versturen van de beslissing de uitkering moet hervatten. Daarnaast moet Aegon de niet betaalde premie uit het verleden alsnog uitkeren. Dat gaat om € 20.000 in 2012, € 46.000 in 2013 en € 36.000 in 2014. Dat komt neer op een totaal van € 102.000

Bekijk de uitspraak van het KiFiD hier.