Opdrachtgevers aansprakelijk voor letsel zzp'er bij geëscaleerde schildersklus

Opdrachtgevers aansprakelijk voor letsel zzp'er bij geëscaleerde schildersklus

ASR en Achmea moeten als aansprakelijkheidsverzekeraars van een schildersbedrijf en een aannemer de letselschade vergoeden die een ingehuurde zzp'er opliep nadat een bewoonster van een nieuwbouwhuis hem was aangevlogen. Dat oordeelt de rechter in Den Bosch. Beide bedrijven moeten als werkgever worden gezien.

Een zzp’er werkt als schilder voor diverse opdrachtgevers, waaronder voor een schildersbedrijf met dertig medewerkers dat zich richt op het schilderen van nieuwbouwpanden. In juni 2023 gaat hij op pad voor een klus bij een net opgeleverd nieuwbouwproject van 21 koopwoningen. Hij moet daar een aantal kozijnen schilderen in opdracht van het schildersbedrijf, dat weer door het bouwbedrijf is ingeschakeld.

Onder de kersverse bewoners bevindt zich ook een stel dat niet tevreden is over het eerder geleverde werk van het schilderbedrijf waarvoor de zzp'er op pad is. Ze hebben met het bouwbedrijf een opleveringslijst gemaakt waar de herstelwerkzaamheden op staan.

Geen warm welkom

Maar dat weet de zzp'er allemaal niet. Om negen uur ’s ochtends gaat hij nietsvermoedend op pad en om half elf meldt hij zich bij de woning van het paar. Dat is al een valse start, want de woningbezitters hadden van het bouwbedrijf begrepen dat hij al om acht uur voor de deur zou staan. Vervolgens meldt hij dat hij kozijnen komt bijwerken en dan wordt de stemming ronduit grimmig. De mannelijke bewoner laat de schilder weten: "Jij gaat heel de woning binnen en buiten overschilderen."

De schilder schakelt de uitvoerder in. Ondertussen krijgt hij op schreeuwende toon te horen dat hij mee naar boven moet en dat hij zijn schoenen uit moet doen. Dat weigert de zzp’er, die ook de projectleider belt. Die laat weten dat hij moet vertrekken als mensen tegen hem gaan schreeuwen. De inmiddels gearriveerde uitvoerder belt met de aannemer en het schildersbedrijf: die bevestigen dat de zzp'er er alleen is om de kozijnen te schilderen.

Vrouw gaat door het lint

De schilder overlegt met de huiseigenaren, maar dat levert geen resultaat op. De vrouw laat weten dat hij dan maar beter kan vertrekken en duwt hem de poort uit, op weg naar de inrit. “Toen ik op de inrit was, hoorde ik een hoop geschreeuw. Ik hoorde de uitvoerder en de mannelijke bewoner roepen dat ze hier moest blijven. Voordat ik mij omdraaide, voelde ik een harde stomp in mijn nek. Toen voelde ik dat ik werd vastgegrepen in mijn nek. Ik voelde en zag dat de vrouwelijke bewoonster om mijn nek hing. Uiteindelijk heb ik mezelf losgewrikt en gezegd dat ze niet spoorde. Ik ben in de deuropening van mijn auto gaan hangen en heb geprobeerd om mijn projectleider te bellen. Ik zag dat de vrouwelijke bewoonster iets pakte en gooide richting mijn bus. Ik ben daarop in mijn bus gaan zitten en ben weggereden.”

De uitvoerder verklaart later bij de politie dat de vrouw meerdere keren een nekklem legde bij de schilder. Aanwezige dakdekkers hebben ook gezien dat de vrouw meerdere keren op de rug van de man sprong.

'Ik ben de goedheid zelf'

De vrouw zelf beweert dat de schilder hen ‘idioten’ heeft genoemd en het stel heeft uitgedaagd. "Ik nam het op voor mijn man omdat ik het idee had dat hij mijn man wilde slaan. […] Ik werk in de zorg, ik ben de goedheid zelf, ik heb hem alleen een duw gegeven, meer niet. We hebben zelfs nog naar het schildersbedrijf gebeld om excuses aan te bieden."

Voor de rechter stelt de schilder de vrouw, zijn opdrachtgever (met verzekeraar Achmea) en het bouwbedrijf (met als verzekeraar ASR) aansprakelijk voor de gevolgen van het incident. Hij heeft rode krassen en pijn aan zijn rug gekregen en heeft PTSS-klachten ontwikkeld. Zowel het schilders- als het bouwbedrijf hebben niet aan hun zorgplicht voldaan, betoogt hij. Ze hadden hem moeten inlichten over de problemen die er al waren met de bewoners.

Bedrijf ook aansprakelijk voor niet-werknemer

De rechter stelt als eerste vast dat de eventuele aansprakelijkheid van de bedrijven ook geldt voor degene die namens hen arbeid verricht zonder dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. “Deze bepaling strekt ertoe bescherming te bieden aan personen die zich […] in een met een werknemer vergelijkbare positie bevinden.”

Volgens de rechter heeft de zzp’er zowel voor het schilders- als voor het aannemersbedrijf werk verricht “in de uitoefening van haar beroep of bedrijf”. Het aannemersbedrijf verzorgt de ontwikkeling en uitvoering van bouwprojecten en onderdeel daarvan is ook het uitvoeren van schilderwerkzaamheden. “Dat [het aannemersbedrijf] de feitelijke uitvoering van deze werkzaamheden doorgaans uitbesteedt aan onderaannemers, maakt dat niet anders.”

Zzp'er niet beschermd

De projectleider van het schildersbedrijf en de uitvoerder van de aannemer wisten dat er al verschillende problemen waren geweest op het adres van de boze bewoners. Met name de man had zich verbaal agressief gedragen tegenover de schilders - die niet meer teruggingen - en installateurs, die alleen nog met twee man de woning wilden betreden.

Bovendien was afgesproken dat de zzp’er samen met de uitvoerder bij de familie aan zou komen. Alleen wist de zzp’er niets van die afspraak en niets van de eerdere problemen. “Het moge zo zijn dat de aard van de te verrichten werkzaamheden op zichzelf bezien niet gevaarzettend was, de feitelijke (al gebrouilleerde) verhouding tussen betrokkenen, waarvan [de zzp’er] geen weet had, was dat in potentie wél.”

Matige communicatie

Beide bedrijven moeten volgens de rechter als werkgever worden gekwalificeerd. Ze hebben niet aan hun zorgplicht voldaan. Ze hadden de zzp’er moeten waarschuwen voor de boze mensen, “al was het maar om hem de kans te geven om zelf de keuze te maken of hij de opdracht in deze omstandigheden wel wilde aannemen”. Doordat de werkafspraken niet goed zijn gecommuniceerd, is hij onvoorbereid ter plaatse gekomen. Hij is namelijk pas om negen uur die ochtend gevraagd om "een paar kozijnen te schilderen". Beide bedrijven hadden zich bewust moeten zijn van het risico op escalatie.

De rechter oordeelt ook dat de schade niet zou zijn opgetreden als de zzp’er vooraf van de situatie op de hoogte was geweest. Dan zou hij de klus niet hebben aangenomen. Was hij wél gegaan, dan was hij met de uitvoerder verschenen en had hij begrip kunnen tonen voor de boosheid van de bewoners. Onzeker is alsnog of het incident dan voorkomen had kunnen worden, maar er kan niet worden geoordeeld dat er geen causaal verband is tussen de schade en de schending van de zorgplicht.

Conclusie: zowel de vrouw als de beide bedrijven zijn aansprakelijk voor het letsel. Achmea en ASR moeten als verzekeraars van de bedrijven dekking bieden.

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.