Hobbymatig sleutelen aan een motor? Altijd schuldig aan letsel

Hobbymatig sleutelen aan een motor? Altijd schuldig aan letsel
Afbeelding: vergelijkbare motor met 'verlengde achterbrug'. Gegenereerd door AI

De Rechtbank Rotterdam heeft een tamelijk principiële uitspraak gedaan over het hobbymatig klussen aan een motor. De bestuurder van een Suzuki van het type GSXR 750 met een zogenaamde 'verlengde achterbrug' is schuldig aan het ernstige letsel dat zijn passagier opliep omdat ze van zijn motor viel. Ondanks dat de rechter inzag dat er geen causaal verband tussen het sleutelwerk en het ongeluk was.

De zaak speelde midden in coronatijd in Rotterdam. De bestuurder en de passagier hadden een relatie en besloten op de motor naar de Erasmusbrug te rijden omdat er geruchten gingen dat er ondanks een vuurwerkverbod toch vuurwerk zou worden afgestoken. De passagiere, zelf een ervaren motorrijder, een feit dat de rechter niet ontging, viel op een gegeven moment van het achterzitje. Volgens haar verklaring kwam dit omdat haar (ex-)vriend veel te hard optrok. De bestuurder ontkende dit, er was ook geen bewijs voor. Maar toch gaf de rechter de bestuurder voor 75% de schuld van het ernstige ongeval. 

De vrouw had dezelfde dag een zware medische handeling ondergaan, ze was bestraald. De bestuurder gaf dit -onder andere- aan als oorzaak. Ze was zelf vanwege vermoeidheid van de motor gevallen toen hij ‘heel voorzichtig’ optrok. Maar de rechter draaide deze verklaring juist om en zag het als aanvullend bewijs van schuld. Omdat er aan bestuurders van snelle motoren zéér hoge eisen mogen worden gesteld, had de man moeten weten dat ze oververmoeid was en ze dus nooit achterop had moeten stappen. Het stel had daarnaast ook gewoon een auto tot hun beschikking.

Gedeeltelijke verlamming en arbeidsongeschiktheid

De gevolgen van de valpartij waren levensveranderend. De vrouw liep een slagaderlijke bloeding op. Later werd hersenletsel en een gedeeltelijke verlamming van haar rechterzijde geconstateerd. Ze raakte arbeidsongeschikt en raakte haar baan als BOA voorgoed kwijt.

Vanwege het feit dat de vrouw zelf een ervaren motorrijdster was, stelt de rechter dat vanwege die hoge eisen die de wet stelt aan verkeersdeelname, ze zelf had moeten weten dat haar keuze om achterop te stappen zeer onverstandig was. Het percentage ‘eigen schuld’ werd door de rechter op 25% gesteld. Maar hoe kwam de rechter tot de schuldigverklaring van de bestuurder?

Geen RDW-herkeuring: schuld!

De bestuurder, die verzekerd was bij Allianz Benelux, had zelf aan zijn motor gesleuteld danwel een hobby-matige, niet-noodzakelijke aanpassing laten verrichten. Hij had een ‘verlengde achterbrug’ gemonteerd. Dit is een onderdeel dat in elke webshop voor motoronderdelen voor een paarhonderd euro te koop is. Het onderdeel doet wat het zegt, het zorgt dat het achterwiel van een motor verder naar achter komt, zodat de bestuurder sneller op kan trekken zonder een wheelie te maken. Het is een populaire aanpassing bij motorfanaten die het onderste uit de kan willen halen. Maar een dergelijke verandering aan een motor maakt een herkeuring door de Dienst Wegverkeer (RDW) noodzakelijk. De bestuurder had verzuimd dit te doen, waardoor het voertuig dus niet de openbare weg op mocht.

In een eerdere tussenuitspraak was door Allianz en de bestuurder beloofd om alsnog die keuring te laten uitvoeren. Maar deze afspraak kwamen ze niet na waardoor de rechter oordeelde dat, zelfs al was die motor ge-herkeurd, de aanpassing waarschijnlijk illegaal was. De keuze om de keuring 'te vergeten' zag de rechter als doelbewuste afweging om een écht (af)keuringsrapport met een juridische onweerlegbare status te omzeilen.

De bestuurder en zijn verzekeraar stelden echter dat het ernstige letsel van de passagier geen enkel verband hield met zowel té hard optrekken of de aanwezigheid van een verlengde achterbrug. Ofwel, er was weliswaar veel leed en schade, maar het causale verband ontbrak. De vrouw was immers vermoeid na een bestraling of ze had zelf de motorbestuurder niet goed vastgehouden. 

Het toverwoord: conditio sine qua non

Maar de rechter besloot anders. De kern van de beschikking is dat de rechtbank het ‘conditio sine qua non-verband’ anders invult dan men in de letselschadepraktijk vaak ziet. Normaal gesproken is het technische causale verband tussen fout en schade een heikel punt. Maar hier zegt de rechtbank: “zonder herkeuring had de motor niet op de weg mogen zijn (Wegenverkeerswet 1994, art. 98 en Regeling voertuigen). In die hypothetische wereld, waarin correct was gehandeld en herkeuring zou zijn aangevraagd, zou de motor volgens de rechtbank niet zijn goedgekeurd en daarmee niet hebben gereden.”

Geen Rit, Geen Ongeval, Geen Letsel

Ofwel, als de man juist had gehandeld, was het feitrelaas volgens de rechter simpel: geen rit, geen ongeval, geen letsel. Dus juridisch legde de rechter zo een -vooralsnog- waterdicht vereist verband, ook al is niet bewezen dat de verlengde achterbrug de val veroorzaakte, dat is helemaal niet nodig.

De uitspraak maakt duidelijk dat wie klust aan zijn voertuig en deze niet herkeurt, zeer aanzienlijke aansprakelijkheidsrisico’s loopt, ook al heeft die aanpassing geen enkele aantoonbare invloed op het ongeval zelf gehad.

De uitspraak gaat over motoren maar heeft dus ook betrekking op auto's. Heeft de auto een andere bandenmaat of lekkere dikke velgen? Heeft de bestuurder een chiptune uitgevoerd, nieuwe koplampen of een spoiler van Aliexpress laten monteren zonder een eventueel verplichte RDW-herkeuring? Dan kan de schuld bij voorbaat al vast staan. Voor slachtoffers en hun verzekeraars loont het blijkbaar absoluut de moeite om de nodige energie in technisch onderzoek te steken. Want de regels die een RDW-herkeuring verplicht stellen, zijn streng.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.