'Helft van de financiële bedrijven heeft nog geen enkele vrouw in de top'

'Helft van de financiële bedrijven heeft nog geen enkele vrouw in de top'
Lancering SER Dataverkenner. Foto: Dirk Hol

De Sociaal-Economische Raad heeft onlangs de SER Dataverkenner gelanceerd. Nederlandse bedrijven bieden hierin inzicht in de man-vrouwverhouding, streefcijfers en plannen voor meer genderdiversiteit in de (sub)top. Inmiddels hebben ongeveer 2.700 bedrijven gerapporteerd. De financiële dienstverlening springt er gunstig uit. Toch heeft bijna de helft van de financiële bedrijven nog geen enkele vrouw in de top.

Op 1 januari 2022 is de Wet ‘Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en de Raad van Commissarissen’ in werking getreden. De wet bevat twee belangrijke maatregelen om diversiteit in de top van bedrijven te bevorderen: een ingroeiquotum en een streefcijferregeling. Op grond van die wet heeft de SER de taak gekregen om de ongeveer zesduizend grote vennootschappen te gaan ondersteunen en faciliteren bij de rapportage en het realiseren van meer diversiteit.

SER-programmaleider Ivy Koopmans legt uit dat die facilitering er mede is gekomen door een diversiteitsportaal samen met bedrijven te ontwikkelen. Het was hierbij belangrijk voor bedrijven dat de administratieve last beperkt zou blijven. Vorig jaar, rond dezelfde tijd, werd het bedrijvendashboard opengesteld voor de bedrijven om te kunnen gaan rapporteren. Ze hadden tien maanden na sluiting van boekjaar 2022 de tijd om die rapportages te doen. Een jaar later is er de dataverkenner.

Transparantie is nieuw

Die transparantie van de dataverkenner is nieuw. Grote bedrijven die geen evenwichtige man-vrouwverhouding in het bestuur of de RvC hadden (minimaal 30% mannen en minimaal 30% vrouwen) moesten in hun bestuursverslag uitleggen waarom zij dit niet hadden gehaald. Echter hield slechts 10 procent van de bedrijven zich hieraan, vertelt betrokken projectleider Babette Pouwels. “Bovendien waren die verslagen soms moeilijk te vinden, werden ze op verschillende momenten gepubliceerd en was het lastig vergelijken, omdat elk bedrijf het weer anders vastlegde.”

Daarom is er nu een uniforma format voor het rapporteren aan de SER; bedrijven hebben daarover meegedacht en meebepaald. De dataverkenner bestaat onder meer uit een analyse van het gemiddelde aantal vrouwen in diverse lagen van bedrijven binnen verschillende sectoren. “Er zitten wel meer rapportages in het portaal dan dat er zijn gebruikt voor deze analyses, maar het is een representatieve groep”, licht Pouwels toe.  

Je ziet dat in de financiële sector naar verhouding meer vrouwen benoemd worden dan dat er weggaan, dus er zit een stijgende lijn in”

Voorbeelden belanghebbenden

Koopmans en Pouwels verwachten dat een breed publiek aan belanghebbenden de tool raadpleegt. Voorbeelden van partijen die baat hebben bij de data zijn de ondernemingsraad, aandeelhouders, beleggers en toekomstige werknemers. Maar ook bestuurders zelf, bijvoorbeeld om een kijkje bij de concurrentie te nemen en te leren van hun diversiteitsbeleid.

Plan van aanpak

Koopmans: “In dat opzicht vond ik het interessant om te zien dat de financiële sector meer dan gemiddeld een plan van aanpak heeft.” 62,3 procent heeft formele plannen gemaakt, terwijl dat landelijk op 38 procent zit. “Veel bedrijven zijn er nog niet aan begonnen of hadden dit nog niet geformaliseerd, terwijl deze sector er al langer mee bezig is.”

Tegelijkertijd benadrukt Pouwels dat bijna de helft van de financiële bedrijven nog geen enkele vrouw in de top heeft. Specifiek kijkend naar de RvC vallen de cijfers nog wel mee, maar in het bestuur is dat voor verbetering vatbaar volgens haar. “Ook dat is gunstiger dan in Nederland als geheel, maar ik weet niet of je dit heel gunstig zou mogen noemen.”

Alexandra Meijer

Alexandra Meijer

Redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.