Discussie rond keuzebudget, toetsinkomen en NHG: 'Onnodig complexer gemaakt'

Discussie rond keuzebudget, toetsinkomen en NHG: 'Onnodig complexer gemaakt'

Opleidingen volgen, extra vakantiedagen opnemen of in ruil daarvoor juist extra geld ontvangen? Steeds meer werkgevers laten die keuze over aan hun werknemers, in de vorm van een Individueel Keuzebudget (IKB). Juist over dat keuzebudget is nu discussie ontstaan, door de nieuwe werkgeversverklaring van NHG, die in 2024 verplicht gebruikt moet worden.

Adviseurs vrezen toenemende complexiteit en dat veel budgetten nu niet meer meegenomen mogen worden voor het berekenen van het toetsinkomen. NHG zelf spreekt niet van een wijziging, maar een verduidelijking.

Wijziging werkgeversverklaring NHG

Op de nieuwe werkgeversverklaring van NHG staat bij het vaststellen van het inkomen dat het IKB, onder de noemer ‘structureel flexibel budget’, alleen mag worden meegenomen wanneer het ‘vrij besteedbaar en alleen geldelijk uit te keren’ is. Op de eigen website spreekt NHG van ‘alleen de vaste componenten waar je geen andere (onherroepelijke) keuze voor hebt dan het te laten uitkeren als salaris in geld’.

Ik vind het ongebruikelijk dat NHG vereist dat het keuzebudget alleen wordt meegenomen in de LTI-berekening wanneer er geen andere keuzemogelijkheid is dan directe uitbetaling. Het keuzebudget verliest hiermee volgens mij zijn essentiële kenmerk, namelijk keuzevrijheid”
— Rob Timmermans, directeur Impact Financiële Opleidingen

Financieel expert Arno Holtkamp spreekt op LinkedIn de vrees uit dat met de verdere specificering op de werkgeversverklaring hele keuzebudgetten niet meegenomen mogen worden bij het berekenen van het toetsinkomen. “Omdat in de meeste IKB-budgetten sprake is van een keuze (vakantie, opleiding, etc.), zal het totale budget dus niet meer meegenomen kunnen worden. Ondanks dat heel veel werknemers dit bedrag iedere maand lieten uitkeren”, schrijft hij.

‘Heel vreemd’

Rob Timmermans, directeur van trainings- en opleidingsinstituut Impact Financiële Opleidingen, vindt de aanpassingen in de werkgeversverklaring van NHG en de daarmee samenhangende informatie op website heel vreemd. Hij benadrukt het bijzondere karakter van de beperking en trekt vergelijkingen met de complexiteit van onkostenvergoedingen en keuzebudgetten en de impact daarvan op het bepalen van de maximale hypotheek.

Timmermans: “De beperking met betrekking tot onkostenvergoedingen begrijp ik, aangezien die vergoedingen beperkt blijven voor specifieke bestedingsdoeleinden. Het is logisch dat hypotheekadviseurs dit niet als inkomsten mee kunnen nemen bij het berekenen van de maximale hypotheek.”

Maar hij wijst erop dat het IKB een uitzondering vormt, gezien de mogelijkheid om dit bedrag wél als contante uitbetaling te ontvangen. “Ik vind het ongebruikelijk dat NHG vereist dat het keuzebudget alleen wordt meegenomen in de LTI-berekening wanneer er geen andere keuzemogelijkheid is dan directe uitbetaling. Het keuzebudget verliest hiermee volgens mij zijn essentiële kenmerk, namelijk keuzevrijheid.”

Totaalinkomen ís een keuzebudget

Timmermans benadrukt ook dat de situatie die deze beperking probeert te voorkomen, niet wezenlijk anders is dan wanneer het IKB wordt uitgekeerd in de vorm van contant geld en vervolgens door de aanvrager zelf wordt aangewend voor opleidingsdoeleinden.

Timmermans: “Het vaststellen van inkomsten en uitgaven is altijd een momentopname. Het is natuurlijk niet mogelijk om de individuele keuzes van klanten te gaan reguleren. Het hele inkomen van de aanvrager kunnen we in wezen beschouwen als een keuzebudget. Je bepaalt namelijk altijd nog zelf wat je met je inkomen doet.”

NHG: ‘Verduidelijking, geen wijziging’

Volgens NHG is er géén sprake van een beperking van het toetsinkomen. Het gaat meer om een verduidelijking, legt een woordvoerder uit. “We hebben op de werkgeversverklaring verduidelijkt wanneer het flexibel budget mag worden meegenomen bij het bepalen van het toetsinkomen”, zet ze uiteen.

Het toetsinkomen wordt niet beperkt, want daarin verandert niets. Het enige verschil is dat de werkgever het flexibele budget op de juiste manier duidt, in plaats van de adviseur. De werkgever is inhoudelijk immers het beste op de hoogte van het arbeidscontract”
— Woordvoerder NHG

Vervolgens somt de woordvoerder de drie voorwaarden op waaraan het keuzebudget, of componenten daarvan, moet voldoen. “Het moet onvoorwaardelijk in de arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen, dus niet winstafhankelijk of iets dergelijks. Het moet uitsluitend in geld uitgekeerd kunnen worden. En het mag geen doelbestemming hebben, zoals een opleidingsbudget of reiskostenvergoeding.”

Duiding ligt bij werkgever in plaats van adviseur

Die drie voorwaarden gelden ook nu al voor het keuzebudget, geeft de woordvoerder aan. Tot zover lijken de vereisten dus níét veranderd te zijn. “Het toetsinkomen wordt dus niet beperkt, want daarin verandert niets. Het enige verschil is dat de werkgever het flexibele budget op de juiste manier duidt, in plaats van de adviseur. De werkgever is inhoudelijk immers het beste op de hoogte van het arbeidscontract. Daarnaast wordt dan ‘aan de voorkant’ duidelijk welk deel meegenomen mag worden. Dit voorkomt discussie op een later moment in het hypotheekproces”, verduidelijkt de NHG-woordvoerder.

‘Onnodig complex’

Geconfronteerd met de uitleg van NHG en haar voornemen om met deze wijziging het hypotheekproces te versnellen en vergemakkelijken, is Holtkamp resoluut. “Onzin. Het proces wordt juist onnodig complexer gemaakt."

Hij verwijst daarvoor naar een casus die momenteel speelt, van iemand die bij de waterschappen werkt. “In de cao staat dat er inderdaad een IKB is. Maar er staat niet in vermeld welk deel van dat budget waarvoor bedoeld is. Dan krijg je dus de situatie dat de werkgever maar invult dat het complete IKB als geld uitgekeerd kan worden, om zijn werknemer tegemoet te komen. Maar ik als financieel adviseur, die de cao en de regels van NHG kent én ervoor verantwoordelijk is om overkreditering te voorkomen, moet de werkgeversverklaring dan weer terugsturen. Ik weet immers dat er wél een keuze is.” En dat dit IKB, volgens de nieuwe regels, dan niet meegenomen kan worden.

Eenzelfde scenario ziet hij voor zich voor medewerkers van de Rijksoverheid, die eveneens een cao zonder IKB-opsplitsing hebben.

Wél inhoudelijke wijziging

Volgens Timmermans is er niet - alleen- sprake van een verduidelijking, maar ook van een inhoudelijke wijziging. In de huidige richtlijnen, die tot het einde van dit jaar gelden, staat namelijk enkel vermeld dat het keuzebudget ‘vast en bestendig’ dient te zijn. Zónder de verdere beperkingen die vanaf 2024 gelden.

‘Mooie eerste stap’

In navolging op de reacties op de aanpassing – waarbij NHG wil benadrukken dat ze die niet alleen heeft ontwikkeld, maar samen met onder meer geldverstrekkers en adviseurs - erkent NHG dat het bepalen van het toetsinkomen complex is. “Enerzijds de wet die stelt: ‘het inkomen moet vast en bestendig zijn’. Anderzijds de arbeidsvoorwaarden die juist flexibeler worden. Bovendien is het erg lastig voor geldverstrekkers en adviseurs om op de hoogte te zijn van alle individuele arbeidsvoorwaarden van de consument”, geeft de woordvoerder van NHG aan.

Dan krijg je dus de situatie dat de werkgever maar invult dat het complete IKB als geld uitgekeerd kan worden, om zijn werknemer tegemoet te komen. Maar ik als financieel adviseur, die de cao en de regels kent én ervoor verantwoordelijk is om overkreditering te voorkomen, moet de werkgeversverklaring dan weer terugsturen. Ik weet immers dat er wél een keuze is”
— Arno Holtkamp, Holtkamp Financieel Advies

Wat NHG betreft is deze aanpassing in de werkgeversverklaring en hoe er naar het keuzebudget wordt gekeken een mooie eerste stap. “Maar we staan absoluut open voor feedback om dit verder te verbeteren.”

Aäron van der Sanden

Aäron van der Sanden

Redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.