In de nacht van 17 op 18 april 2016 gaan Grand Café La Belle in IJmuiden en het naastgelegen sportcentrum in vlammen op. De chefkok van La Belle en broer van de eigenaar raakt hierbij zwaar gewond. Ruim zeven jaar na de brand speelt hij ook een centrale rol in het hoger beroep dat speelt tussen de eigenaar van La Belle en schadeverzekeraar ASR.
Strafrechtelijk verleden verzwegen
Na de brand deed de eigenaar namelijk een beroep op haar schadeverzekering. ASR besloot echter niet uit te keren, omdat de eigenaar opzettelijk zou hebben verzwegen dat de chefkok een strafrechtelijk verleden had. Dit terwijl daar op het aanvraagformulier voor de verzekeringsovereenkomst wel naar is gevraagd.
De eigenaar van La Belle spant een rechtszaak aan en vordert dat de verzekeraar de schade wél vergoedt. Die vordering wordt echter afgewezen; ze zou in de ogen van de rechtbank onvoldoende hebben bestreden dat niet zij maar haar broer in werkelijkheid de bestuurder van de horecagelegenheid was. Dus was het strafrechtelijk verleden van haar broer wél relevant en had ze dit op het aanvraagformulier moeten vermelden.
In hoger beroep: van verzwijging geen sprake
Tegen dat besluit gaat de eigenaar in hoger beroep. Van verzwijging is volgens haar geen sprake, omdat haar broer op geen enkel moment formeel bestuurder van La Belle was. Hij was chefkok en daarmee ook een van de leidinggevenden, maar geen bestuurder noch een vennoot van de vof of later de cv.
Op het aanvraagformulier wordt concreet gevraagd ‘Bent u, het bedrijf of een medebestuurder van het bedrijf in de loop van de laatste 8 jaar door de strafrechter veroordeeld wegens een vermogens- of geweldsmisdrijf?’ Aangezien de chefkok geen bestuurder was, deed zijn strafrechtelijke verleden er niet toe, pleit de eigenaar.
Hof verwerpt eerdere uitspraak
Het gerechtshof in Arnhem gaat daarin mee, blijkt uit de uitspraak. De chefkok is inderdaad geen bestuurder van het restaurant. Dat dit op papier misschien zo is, maar dat hij in werkelijkheid wél de bestuurder was, zoals ASR beweert, is volgens het hof onvoldoende bewezen.
Dat ASR met 'bestuurder' ook ‘personen die bij de bedrijfsvoering betrokken waren’ of ‘zij die een persoonlijk financieel belang bij de onderneming hebben’ bedoelde, blijkt niet duidelijk uit de vraagstelling op het aanvraagformulier, oordeelt de rechtbank. Daarnaast heeft een chefkok annex bedrijfsvoerder geen groter financieel belang bij de onderneming dan dat hij salaris ontvangt.
Andere beweringen vanuit ASR vangen eveneens bot. Zo zou onder meer de gemeente zijn misleid bij het aanvragen van een drank- en horecavergunning, door de broer en chefkok niet als leidinggevende aan te merken. Voor het verkrijgen van die vergunning was het strafrechtelijke verleden van de chefkok als leidinggevende wél relevant. Dit bewijst echter niet dat ASR ook is misleid, oordeelt de rechtbank.
Vergoeding beperkt door voorwaarden
Er bestaat eveneens onenigheid over de hoogte van de bedrijfsschade. ASR beroept zich op de voorwaarde dat als er binnen dertien weken nog geen herstelmaatregelen zijn getroffen, de schade-uitkering beperkt blijft tot die dertien weken.
Er zijn in de dertien weken na de brand inderdaad geen herstelmaatregelen getroffen. Dus blijft de bedrijfsschade beperkt tot ruim 53.000 euro, betoogt ASR. De eigenaar van La Belle is het hiermee oneens. De eerste periode na de brand waren ze vooral bezig met het herstel van de chefkok. Die raakte namelijk zwaargewond bij de brand. Daar gaat het gerechtshof niet in mee; de hoogte van de bedrijfsschade wordt beperkt tot dertien weken.
Het hof vernietigt het eerdere vonnis en veroordeelt ASR tot het betalen ruim 146.000 euro plus wettelijke rente. Ook de gerechtelijke en buitengerechtelijke (incasso)kosten komen voor rekening van de verzekeraar.