Wie zomaar eens met de Rabobank belt om te informeren of Interpolis elektrische bouwmachines verzekert, zou de klantenservice kunnen overrompelen. ‘Een goede vraag’, zegt de medewerker, die er meteen het belang van inziet. Het is vreemd dat de telefoon nog niet roodgloeiend staat. Ondernemers zoals grondverzetbedrijven die met bouwmachines werken op diesel, moeten uiterlijk in 2035 overgeschakeld zijn op elektrische machines. Voor kleine en middelgrote machines geldt dat al per 2030. Daarvoor zijn materieelverzekeringen en aansprakelijkheidsverzekeringen nodig.
Verzekeraars hebben koudwatervrees
“De energietransitie zorgt voor hoogspanning in verzekeringsland”, zegt directeur Ralph de Hart van Cumela Assurantiebedrijven, een dochterbedrijf van de branche-organisatie Cumela Nederland, gevestigd in Nijkerk. Leden zijn zo’n tweeduizend bedrijven. Ze zijn ondernemers die voorbereidende graafwerkzaamheden verrichten voor de bouw, sloten graven en opdrachten krijgen voor de openbare ruimte. Verzekeraars hebben koudwatervrees bij het verzekeren van bouwmachines die werken op elektriciteit, zo stelt hij vast. Risico’s zijn er zeker. Accu’s met brandgevaar die slecht te blussen zijn, kans op letselschade bij derden, ontploffende waterstoftanks en schade door vandalisme. Vaak gebruiken aannemers en andere ondernemers de geruisloze werktuigen ook in drukbevolkte woonwijken, waarbij ze accu’s koppelen, externe batterijen gebruiken, vaak in grote containers. Een stapeling van risico’s.
Je moet met verzekeraars in gesprek en dan zit er ineens veel druk op”
Het zorgt voor een schemergebied dat verzekeraars nog niet eerder hebben meegemaakt. Het is een volstrekt nieuwe situatie, net zoals de energietransitie zelf. Lastig voor verzekeraars, de gebruikelijke manier van klanten accepteren voldoet niet meer. Ze missen statistische informatie en overige data. Verzekeraars dekken de omgebouwde machines, kabels en accu’s alleen met strikte keuringseisen.
Bedrijven die al elektrisch werken soms in het nadeel
Het vormt een probleem voor de koplopers, zoals Ralph de Hart ze noemt. De ondernemers die als eerste grote investeringsrisico’s nemen en de opdrachten van gemeenten willen binnenhalen die als eis stellen dat de ondernemers emissievrij de riolen aanleggen of funderingen uitgraven. Koplopers die risico’s durven te nemen en gewoon aan de slag gaan met de elektrische apparatuur.
“Het bedrijf koopt de container en de graafmachine en belt ons pas maanden later, soms zelfs na de levering met de vraag om hem te verzekeren. Wij moeten er mee aan de slag, je hebt niet standaard wat op de plank, het zijn grote bedragen. Je moet met verzekeraars in gesprek en dan zit er ineens veel druk op. Inmiddels loopt de ondernemer de kans dat verzekeraars de keuringseisen hebben verscherpt en hij er met zijn machines niet meer aan kan voldoen."
De meeste verzekeringen voor bouwmachines sluit Cumela af als volmacht van MS Amlin, zodat Cumela voor de leden een eigen polis met eigen voorwaarden kan bieden voor elektrische bouwmachines. Naar eigen zeggen heeft Cumela hierdoor voor de leden de premie voor elektrische bouwmachines binnen de perken weten te houden. Want elektrische machines kosten aanzienlijk meer, waardoor ook de premie hoger uitvalt.
ASR en Interpolis dekken onder strikte voorwaarden
Ondernemers kunnen ook bij Nationale-Nederlanden, ASR en Achmea (Interpolis) terecht voor het verzekeren van hun elektrische bouwmachines en toebehoren. ASR ziet deze toenemende behoefte en verzekert de machines inclusief accu’s, laders en extra accupakketten. Maar ook hier staat het keurmerk voorop. Van belang is dat de machines volgens de geldende regels zijn (om)gebouwd, met bijbehorend keurmerk. Ook gelden aanvullende preventie-eisen voor het gebruik, laden, onderhouden en het stallen van de machines. ASR dekt eigen gebrek alleen als de bouwmachine kant en klaar uit de fabriek komt (af fabriek) of professioneel omgebouwd is door bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in het ombouwen naar elektrisch.
Verzekeraars doen aan cherry picking. Ze kijken de kat uit de boom”
Bij Interpolis is verzekeren van elektrische bouwmachines in eerste instantie mogelijk voor bouwmachines met een maximale waarde van 200.000 euro. Daarboven wordt het lastiger om ze te verzekeren en hangt het van de omzet af, de KvK-code en welke werkzaamheden het bedrijf verricht. Maar na invullen van een vragenlijst zou het “in principe mogelijk moeten zijn.”
Directeur Ralph de Hart van Cumela Assurantiën is kritisch over deze grote verzekeraars, voor wat betreft het verzekeren van bouwmachines. “De ervaring is dat zij alleen verzekeren als het een overzichtelijke waarde betreft. Een mooie kleine kraan van 50.000 euro ongeveer, dan verzekeren ze het. Verzekeraars doen aan cherry picking. Ze kijken de kat uit de boom.”
Schimmige handel onder de ombouwers
Terwijl de energietransitie gaande is, zijn er geen standaard elektrische bouwmachines te koop in de wereld. Daarom zijn er de 'ombouwers', bedrijven die dieselmachines importeren uit Zuid-Korea van merken als Daewoo en Samsung. Ze bouwen die om, aangevuld met componenten: de accu’s die ook gebruikt worden in de Audi E-tron of de Porsche Panamera.
Het is een beetje een grijs gebied, zowel bij transport als bij verzekeringen en niemand weet precies hoe het zit”
De Staad Groep is zo’n ombouwer die elektrische bouwmachines verkoopt, bijvoorbeeld van het merk Doosan. Bij Staad merken ze dat het lastig is elektrische bouwmachine te verzekeren. Een medewerker: “Het is een beetje een grijs gebied, zowel bij transport als bij verzekeringen en niemand weet precies hoe het zit.”
Pieter Cornelisse van Cornelisse BV in Elst, denkt dat wel te weten. Cornelisse is als aannemer een typische koploper. Zijn bedrijf begon al jaren geleden met emissievrij werken. Mits voorzien van juiste certificaten en andere gegevens, met name vragen verzekeraars naar de accu’s, is er volgens Cornelisse niets aan de hand als het om het verzekeren zelf gaat. “Er is geen probleem met verzekerbaarheid maar met toelevering van gegevens”, zegt hij. Met die gegevens doelt hij op de certificaten die aan de machines gekoppeld moeten zitten. Een aantal ombouwers investeert niet in certificering van de bouwmachines en accu’s. Officieel mogen ze de machines dan niet verkopen, maar toch zijn er handelskanalen. Niet bepaald vertrouwenwekkend voor verzekeraars, gezien de keuringseisen. Daarnaast willen veel ondernemers niet omschakelen naar elektrisch, ook al voldoen de bouwmachines prima. “Mensen willen gewoon niet om.”
Concurrentie alom, terwijl samenwerking nodig is
Bij de Staad Groep merken ze dat er veel onduidelijkheid heerst over de verzekerbaarheid, ook bij klanten. De hoop is dat dit verbetert naarmate ze meer machines verkopen. "Een kant en klaar antwoord heeft niemand op dit moment.” Onder de ombouwers heerst concurrentie tussen de 'concullega’s.' Ongenoegen heerst over de keurmerken. Dat terwijl De Hart als directeur van Cumela en als bestuurslid van Adfiz, oproept tot samenwerking bij alle partijen. Meer verzekeraars zouden informatie over het risico moeten delen.
“Iedereen heeft een eigen afdeling risicobeheer en verzamelt zelf informatie. Ze hebben een paar machines en accu’s en doen er ervaring mee op. Iedereen doet het op zijn eigen manier als verzekeraar en dat gaat heel langzaam natuurlijk. Gaan we het redden voor 2030 als iedereen het langzaam op eigen houtje doet?’