Effectiviteit niet overtuigend
Hoewel actieve transparantie het gesprek met de klant over de dienstverlening moet verbeteren, is dat volgens de Raad onvoldoende aangetoond. De toenmalig minister van Financiën, Wopke Hoekstra, zei onderzoek te willen doen 'of transparantie over provisie bij schadeverzekeringen kan worden betracht en wat de effecten hiervan zouden zijn.' Niet is gebleken of dit onderzoek daadwerkelijk werd uitgevoerd. "Wel hebben de AFM en de Consumentenbond marktonderzoek gedaan naar de behoefte van
consumenten aan meer inzicht in provisies, maar de resultaten daarvan geven geen
uitsluitsel of dit ook leidt tot een beter gesprek over de dienstverlening", aldus de Raad van State.
In de brief wordt een ander onderzoek genoemd over het keuzegedrag van consumenten met betrekking tot financieel advies, en de verschuiving in adviesvoorkeuren door blootstelling aan een kostenindicatie. Hieruit blijkt echter dat consumenten over het algemeen voor goedkopere vormen hadden gekozen zoals execution only zonder dat die keuze per se beter was. De Raad is dus nog niet overtuigd van het verwachte effect van het voorstel. Ook hier wordt geadviseerd het voorstel aan te passen.
Europese wetgeving
Daarnaast kaart de Raad van State het zogenoemde level playing field aan, waarbij de vraag wordt gesteld hoe het voorstel zich verhoudt tot het Unierecht. "De voorgestelde actieve provisietransparantie zal gaan gelden voor partijen die actief in Nederland zijn. Ook buitenlandse aanbieders van schadeverzekeringen dienen aan de voorgestelde verplichting te voldoen. Deze verplichting vloeit niet voort uit de Europese regulering van de verzekeringssector en vormt dus een ‘nationale kop’." De introductie hiervan vergt volgens de Raad extra toelichting die nu nog ontbreekt. "Het valt bovendien op dat de toelichting niets vermeldt over de implicaties van de voorgestelde verplichting voor het vrije dienstenverkeer."
Uitvoeringstoetsen ontbreken
Tot slot merkt de Raad van State merkt op dat er geen uitvoeringstoetsen bij de toezichthouders zijn gevraagd. "Uit de toelichting blijkt niet of de toezichthoudende en handhavende taken voor de AFM en DNB duidelijk zijn, of de toezichthouders voldoende zijn toegerust voor een doeltreffende uitvoering van de nieuwe taken en of de kosten voor de uitvoering van die taken nader zijn onderzocht."
De Raad vindt dat de uitvoeringstoetsen alsnog moeten plaatsvinden en dat de resultaten daarvan, voorzien van een reactie, moeten worden opgenomen in de toelichting. Mocht er als gevolg hiervan te veel aan het voorstel aangepast worden, dan moet het gewijzigde voorstel opnieuw voorgelegd te worden aan de Raad.
