In maart werd voor twee-onder-een-kapwoningen gemiddeld 0,77 procent minder betaald dan de vraagprijs. Voor vrijstaande woningen zelf 2,32 procent minder. Vanaf juni 2022 gingen voor alle woningtypen de overbiedingen gemiddeld omlaag, om in februari het nulpunt te bereiken. In 2018 begon het overbieden op appartementen, gevolgd door andere woningtypen. In december 2021 bereikte dit hun top. Op dat moment werd er gemiddeld 10 procent of meer overboden op appartementen, tussenwoningen en hoekhuizen.
Ontwikkeling in prijsdaling
In februari was voor het eerst sprake van een prijsdaling op jaarbasis met een afname van 2,03 procent ten opzichte van dezelfde maand in 2022. Deze ontwikkeling zet zich in maart door waarin de huizenprijzen gemiddeld 3,38 procent lager liggen dan een jaar eerder. In vergelijking met de voorgaande maand vlakte de prijsdaling daarentegen wat af. In maart lag de gemiddelde huizenprijs 0,26 procent lager dan in februari, terwijl in februari de huizenprijs nog 0,62 procent lager lag dan in januari.
Meer woningtransacties
Met ruim 15.000 geregistreerde woningtransacties was de maand maart met 31 procent gestegen ten opzichte van februari. In februari werd het laagste aantal woningtransacties in drie jaar tijd geregistreerd met minder dan 12.000 transacties. Ortec Finance verklaart dit als seizoenseffect.