Adfiz vroeg verzekeringsrechtadvocaat Robin van Beem van Polis Advocaten om zijn visie op de discussie. Hij concludeerde dat een individuele klant geen rechten kan ontlenen aan een publiekrechtelijke norm. Desalniettemin blijft Oosterbaan bij zijn standpunt. Een klant die er op basis van de Vergelijkingskaart van uitgaat dat er een objectieve vergelijking plaatsvindt terwijl dat feitelijk niet zo is, is risicovol.
“Het pleidooi van Van Beem maakt op mij de indruk dat hem is gevraagd een uitleg te geven waarom het niet juist zou zijn dat er privaatrechtelijke consequenties zijn. Er is volledig geredeneerd vanuit de positie van Adfiz als belangenorganisatie. De vraag is of dit een juridisch objectief pleidooi is. Ik heb niet de indruk dat dit de definitieve uitkomst is”, zegt Oosterbaan.
A zeggen en B doen; Adfiz zet de reputatie van de branche en de eigen leden daarmee op het spel”
Oosterbaan vindt het bovendien onverstandig dat Adfiz zich op deze wijze opstelt. “Zwartwit gesteld: Adfiz zegt nu dat het niet zoveel uitmaakt of je handelt naar je onafhankelijkheid, want het maakt toch niet uit in de relatie tot de klant. A zeggen en B doen. Dan zet je de reputatie van de branche en je eigen leden op het spel.”
Publiek en privaat verschillende zaken
MoneyView maakt als benchmarker onafhankelijke vergelijkingen mogelijk en is zo direct betrokken in de discussie. Business manager Martin Koot kan zich wel vinden in de uitleg van Van Beem. “Sec genomen klopt het. Publiek en privaat zijn twee verschillende zaken. Maar het gaat erom wat je er als branche mee doet.” Koot heeft zich er altijd over verbaasd dat de term onafhankelijk zo weinig waarde heeft in de financiële dienstverlening. “Het was een marketingkreet. Je mag daar als adviseur alles onder hangen. Maar waar het om draait zijn de verwachtingen van de klant.”
Heldere getallen hangen aan onafhankelijkheid
Dat de Vergelijkingskaart voor het eerst heldere getallen hangt aan onafhankelijkheid, vindt Koot dus een enorme stap vooruit. Dat er openingen zijn om er lichtzichtinnig mee om te gaan, baart hem zorgen. “Je kunt straks onafhankelijk invullen, maar in de praktijk gewoon doorgaan met je twee preferente aanbieders. Dan moet je je echt afvragen of je zo met consumenten wil omgaan. Dat vertrouwen is zo enorm belangrijk, daarop kun je niet marchanderen.”
Adfiz had wat mij betreft wel wat meer richting mogen geven”
Koot had op moreel vlak wat meer van Adfiz verwacht. “Zij geven nu alleen antwoord op de vraag die van uit de leden is gesteld. Maar ze hadden wat mij betreft wel wat meer richting mogen geven. Wat gaan we ermee doen? Je zou het toch aan je beroepseer verplicht moeten zijn om je klant het best mogelijke advies te geven.”
Van Beem blijft bij zijn advies aan Adfiz
Van Beem zelf blijft bij zijn advies aan Adfiz. In een reactie zegt hij dat de soep niet zo heet gegeten wordt als Oosterbaan beweert. “Privaatrechtelijk kun je nu eenmaal geen rechtgevend beroep doen op publiekrechtelijke zaken”, aldus Van Beem. Dat adviseurs nu in kunnen vullen dat ze onafhankelijk zijn en dat vervolgens niet waarmaken voor de individuele klant, bestrijdt hij ook. “Daar zijn weer andere normen voor die dat voorkomen. Als ik als adviseur te eenvoudig blijf kiezen voor mijn preferred supplier, terwijl er betere alternatieven voorhanden waren tegen een betere premie, dan heb ik mijn klant geen passend advies gegeven.”
