Tussen februari en maart werden bestaande koopwoningen gemiddeld 0,5 procent minder waard. De daling van 0,8 procent in februari was de eerste keer in negen jaar dat huizen goedkoper werden dan een jaar eerder. In het eerste kwartaal van 2023 kostte een bestaande koopwoning gemiddeld 416.786 euro. In totaal wisselden 15.453 woningen van eigenaar in maart, 2,4 procent minder dan een jaar eerder. Het sterkst was de prijsdaling van appartementen met 2,8 procent. Alleen vrijstaande huizen hebben hun waarde behouden.
Utrecht grootste daling
In het eerste kwartaal van 2023 waren huizen in ruim de helft van de provincies minder duur dan 2022. De prijsdaling was met 3 procent het grootst in de provincie Utrecht. In Rotterdam daalden de prijzen ook, maar met een min van 0,3 procent veel minder hard dan het landelijke gemiddelde. Ook in zes andere provincies daalden de prijzen op jaarbasis. Maar in Zeeland, Overijssel, Drenthe, Noord-Brabant en Zuid-Holland waren huizen nog altijd meer waard dan een jaar eerder. Maar die stijging was wel minder fors dan in eerdere kwartalen. Ook in het aantal transacties was een afname te zien in vrijwel alle provincies. Opmerkelijk dat alleen in Utrecht meer woningen verkocht zijn dan een jaar eerder (0,9 procent).
Cijfers van NVM
De prijsdaling die het CBS vaststelt, is nog niet zo extreem als de afname die de NVM eerder becijferde. Volgens makelaars daalden de huizenprijzen in het eerste kwartaal met 8,2 procent. De cijfers van de NVM zijn onvollediger maar gebaseerd op het moment dat het koopcontract wordt getekend. Dat is eerder, waardoor trends daar vaak ook eerder worden gesignaleerd. De afgelopen jaren stegen de huizenprijzen juist keihard. Dat maakte het voor starters op de woningmarkt steeds lastiger om een koophuis te vinden. De NVM waarschuwde onlangs dat die problemen nog steeds niet voorbij zijn, ook al groeit het aanbod betaalbare woningen wel wat. Naast de hogere leenkosten bij een hypotheek komt dat ook doordat er weinig nieuwbouw bijkomt, stelde de makelaarsclub.