Vrouw vervalst verwijdering bij BKR; bank moet frauderegistratie toch verkorten

Drie keer verzocht de vrouw het incassobureau om haar BKR-registratie te verwijderen, maar de verzoeken werden afgewezen. In de hoop een hypotheek te kunnen krijgen, vervalste ze een document zodat het leek of de BKR-registraties waren verwijderd. Haar gegevens werden in het Incidentenregister en het EVR opgenomen, maar deze registraties worden nu verkort. Dat heeft Kifid besloten.

Dat bank de persoonsgegevens van de vrouw mocht registreren, staat vast. Er was sprake van fraude en volgens Kifid vormt een bedreiging voor zowel de bank als de financiële sector als geheel. De commissie merkt wel op dat een standaard registratieduur van acht jaar niet het uitgangspunt mag zijn. “Er moet niet worden ‘afgeteld’ vanaf acht jaar, zoals de bank heeft gedaan, maar ‘opgeteld’, in die zin dat de registratietermijn langer zal zijn naarmate de gedragingen van de consument, een groter risico vormt voor de financiële sector”, zo is te lezen in de uitspraak.

'Ernst fraude niet overzien'

Hoewel Kifid de fraude als een ernstig vergrijp ziet, heeft de vrouw wel spijt betuigd. “De bank heeft geen schade geleden, anders dan de kosten van onderzoek en behandeling van de fraude. Verder is het aannemelijk geworden dat de consument destijds de ernst van haar gedraging niet geheel heeft overzien. Deze omstandigheden alsmede de belemmering voor de consument in de privésfeer leggen voor de commissie echter een zodanig gewicht in de schaal dat de EVR-registratie dient te worden verkort.” De persoonsgegevens van de vrouw moeten daarom volgens de commissie uiterlijk 4 maart 2024 uit het EVR worden verwijderd. Dat betekent dat ook de registratieduur in het Incidentenregister moet worden verkort.

BKR-registraties blijven staan

Daarnaast vindt de vrouw dat de registraties uit het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van het BKR moeten worden verwijderd. Registraties bij het BKR blijven vijf jaar lang zichtbaar nadat bij BKR de einddatum is gemeld, in dit geval dus tot 4 maart 2024. Om te beslissen of hier in dit geval van moet worden afgeweken, moet de bank aantonen dat haar belangen zwaarder wegen dan die van de vrouw. Op basis daarvan oordeelt de commissie dat deze registraties blijven staan.

'Geen goede betaalmoraliteit'

Wat volgens Kifid voor de consument spreekt, is dat ze haar schulden bij de bank - waarvoor ze bij BKR werd geregistreerd - helemaal heeft afgelost. Echter gebeurde dit pas zeven jaar na het ontstaan van de achterstand. Verder merkt de commissie op dat de vrouw niet heeft gereageerd op brieven van de bank. Ook de betalingsregelingen is ze niet nagekomen. “Hoewel de commissie begrip heeft voor de persoonlijke omstandigheden van de consument, liggen deze in haar risicosfeer. Dit getuigt niet van een goede betaalmoraliteit.”

Daarnaast vindt de commissie dat de consument nog enige tijd moet worden beschermd tegen overkreditering. Het verzoek tot een vroegtijdige verwijdering van de registratie wordt afgewezen.

Alexandra Meijer

Alexandra Meijer

Redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.