“Wij zijn eigenlijk de huisverzekeraar van een brancheorganisatie. Brancheverenigingen kennen hun leden en weten wat ze nodig hebben, door deze nauwe samenwerking kunnen we dus echt  passende dienstverlening bieden”, vertelt Blok. “Als een voor ons nieuwe branche aanklopt, kijken we eerst naar de specifieke risico’s en apparatuur die bedrijven in de branche gebruiken. Ook gaan we op bezoek bij een aantal van die bedrijven – klein, middel, groot – en maken we een taxatie waar wij de kengetallen voor ons product uit opbouwen.” Aan de hand daarvan bouwt SuperGarant voor een specifieke branche een nieuw product.

“Er staan geen verzekerde sommen op de polis, op een paar uitzonderingen na zoals de aansprakelijkheidsverzekering.” Op basis van eigen kengetallen weet SuperGarant wat de inventaris/goederen en bedrijfsschade is bij een bepaalde omzet. Daarnaast biedt de intermediair garantie tegen onderverzekering. “De garantie tegen onderverzekering biedt de ondernemer veel rust in zijn bedrijfsvoering en dat is exact wat we met onze dienstverlening willen bereiken. Deze methodiek passen we op alle branches toe, natuurlijk wel met andere kengetallen.”

Hoe zit dat dan met premieverhogingen? “Verhogen van de premies doen we alleen als er in de hele branche een ontwikkeling plaatsvindt die dat rechtvaardigt”, zegt Blok. Als voorbeeld noemt hij een geval waarin het gemiddelde inventaris van een slager in waarde toeneemt, van 200.000 naar 225.000 euro. “Wij passen dit achter de schermen in de kengetallen aan. De klant ziet dit alleen terug in een verhoging van de premie. Omdat er geen verzekerde sommen zijn vermeld.”

Blok legt uit dat er ook franjedekkingen voor de specifieke doelgroepen in hun proposities zijn  ingebouwd. “Bijvoorbeeld voor de Albert Heijn als een winkelwagentje op het terrein achterblijft of voor slagers die een rookkast per ongeluk verkeerd instellen.”

Slecht verzekerd

Toch ziet SuperGarant dat veel winkels nog slecht verzekerd zijn. “Onze buitendienst stapt een slagerij binnen, telt het aantal meter koeling dat in de winkel aanwezig is, waarvan wij weten dat die 6000 euro per meter kost. Wat wij dan nog weleens zien, is dat op de huidige polis een bedrag staat waarmee alleen de koeling is gedekt. Dan vraagt onze buitendienst: waar is de rest?” Dat zet ondernemers vaak wel aan het denken, vertelt Blok.

Dat veel winkels slecht verzekerd zijn, heeft volgens Blok echter niks met onverzekerbaarheid te maken. “We lopen bijna niet tegen onverzekerbare risico’s aan. De schadepolis zit ook in een pool met meerdere maatschappijen waardoor we behoorlijke limieten voor de verzekerde bedragen hebben. En dat is ook echt nodig als je supermarkten verzekert.”

Deuren sluiten

Hoewel de detailhandel tijdens lockdowns van afgelopen jaren open mocht blijven, heeft corona wel voor extra ziekteverzuim gezorgd. “Op dit moment stijgt het ziekteverzuim dat verband houdt met corona weer een beetje en in combinatie met de krapte op de arbeidsmarkt leidt dat tot problemen. Er zijn slagerijen die niet open kunnen als twee medewerkers zich ziekmelden.”

Daarnaast zijn er ook bedrijven in de sector die momenteel permanent de deuren moeten sluiten. “De sector heeft last van de hoge energieprijzen, met name de supermarkten maar ook zeker de slagers en bakkers. Ze verbruiken veel energie en hebben het moeilijk. En het helpt dan niet dat de aangekondigde maatregelen pas per april 2023 ingaan.”

Druppel op gloeiende plaat

Blok ziet ondernemers die stoppen, omdat ze het financieel niet redden. Coulant zijn met de premiebetaling en daar een regeling in treffen, is volgens hem echter een druppel op de gloeiende plaat. “Er zitten schrijnende gevallen tussen. Zeker ouderen die een spaarpotje hebben voor de oude dag. Ze gaan dat niet op het spel zetten met de hoop dat het dan nog goed gaat. Ze zetten het bord te koop voor de deur, maar de kans is groter dat het zonder overname eindigt. We hebben regelmatig van dit soort gevallen.”