Juli 2014 sluit de klager via zijn adviseur een autoverzekering bij De Goudse. Daarbij worden de gebruikelijke vragen gesteld over schades, rijontzeggingen en strafrechtelijke veroordelingen in het verleden. Die worden alle met 'nee' beantwoord. Als de auto vlak voor Oud en Nieuw uitbrandt, ontdekt schadeonderzoeker Dekra dat het rijbewijs van de verzekerde geblokkeerd is geweest wegens openstaande boetes en dat hij een geldboete heeft gekregen voor rijden onder invloed. De Goudse weigert daarop de uitkering wegens vermoeden van fraude.
Geen opzet
De verzekerde maakt bezwaar bij Kifid omdat er geen opzet tot misleiding in het spel is geweest. De vraagstelling op het aanvraagformulier was niet duidelijk, zo luidt het betoog, waardoor de verzekerde niet had hoeven te begrijpen dat een geldboete gelijk staat aan 'strafrechtelijk verleden'. Bovendien was het formulier haastig door de vrouw van de verzekerde ingevuld, terwijl de verzekerde tegenover Dekra direct de waarheid had gesproken.
De verzekerde heeft inderdaad de mededelingsplicht geschonden, aldus Kifid, maar De Goudse heeft niet aannemelijk gemaakt dat een redelijk handelend verzekeraar de verzekering niet zou hebben gesloten als hij bekend was geweest met het verleden van de verzekerde. Van opzettelijke misleiding is alleen sprake als de feiten van de casus ondubbelzinnig op fraude wijzen. "Het enkele bestaan van een vermoeden van fraude is voor 'opzet te misleiden' derhalve onvoldoende. Voorts is gesteld noch gebleken dat verzekeraar zijn (afwijkende) acceptatiebeleid bij het sluiten van de verzekering kenbaar heeft gemaakt aan consument." De Goudse moet daarom de schade aan de klant vergoeden.