Een consument sloot via de rechtsvoorganger van een tussenpersoon per 1 januari 2010 een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij Aegon af. Voor de AOV was Consument in de periode 1 juni 2017 tot 1 juni 2018 aan Aegon een premie van 6.913,47 euro verschuldigd.
AOV aanpassen
In november 2017 neemt de klant contact opgenomen met de tussenpersoon omdat hij de AOV wilde aanpassen. De tussenpersoon stelde toen voor om de advies- en bemiddelingskosten voor de aanpassing van de AOV nog uit de genoten provisie te financieren en voor de toekomst uitsluitend een jaarbedrag voor onderhoud en beheer te rekenen.
Provisie uit de polis gehaald
Op 7 december 2017 heeft stuurde de tussenpersoon de klant een e-mail: “U heeft afgesproken om uw arbeidsongeschiktheidsverzekering zo aan te passen dat de verzekering pas dekking biedt vanaf 50 procent arbeidsongeschiktheid. Ook wordt de provisie uit de polis gehaald. Bijgaand treft u de wijzigingsofferte aan van Aegon. Graag ontvangen wij deze ingevuld en ondertekend van u retour om het acceptatietraject op te starten.”
Omzetting provisie naar dienstverlening
De e-mail gaat verder: “Omdat er in het vervolg geen provisie meer wordt gerekend wordt er dienstverlening afgesloten. U kunt hiervoor gebruik maken van bijgevoegde keuzekaart dienstverlening. U hoeft alleen te kiezen tussen Uitgebreide dienstverlening Service en Onderhoud of Basisdienstverlening Service en Onderhoud. Voorheen hebben wij deze dienstverlening vanuit de provisie voldaan en u had een ‘extra plus’ uitgebreide dekking. Ofwel alle zaken met betrekking tot deze verzekeringen werden door ons kantoor zonder meer opgepakt. De kosten hiervoor werden gedekt door de provisie. Dit omvatte in het verleden het begeleiden van de wijzigingen rondom de verzekering alsmede het schadetraject.”
Consument neemt andere tussenpersoon
De consument verzoekt vervolgens de verzekeraar om de AOV per 1 januari 2018 op het agentschap van een andere tussenpersoon te zetten Aegon bericht de consument dat het nieuwe assurantiekantoor vanaf 1 januari 2019 recht heeft op provisie. Tot deze datum heeft de oude tussenpersoon provisie ontvangen.
Klant vordert 3.000 euro
De klant vordert een bedrag van 3.000 euro omdat voor hem de tussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden. Die is volgens de klant geschonden doordat hij in 2013 niet de mogelijkheid kreeg over te stappen van beloning via provisie naar beloning via directe betaling.
Provisieverbod voor complexe producten
Sinds 1 januari 2013 bestaat er een provisieverbod voor complexe producten, waaronder de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De klant vindt dat de tussenpersoon heeft nagelaten het door hem gehanteerde alternatieve beloningssysteem onder de aandacht te brengen. Als de consument de mogelijkheid was geboden te kiezen voor directe beloning in plaats van beloning via provisie had dit tot lagere kosten geleid. De provisie die de tussenpersoon van Aegon ontving was aanzienlijk hoger dan de door de tussenpersoon berekende prijs als er een directe vergoeding was betaald.
Zorgplicht reikt niet zo ver
De tussenpersoon stelt dat de zorgplicht niet zo ver reikt en voert aan dat het provisieverbod alleen geldt voor verzekeringen afgesloten op of na 1 januari 2013. “Er is geen regel die tussenpersonen verplicht tot het afzien van reeds ingetreden provisie, tot overleg met klanten over die provisie of tot het doen van een aanbod voor directe beloning.”
Voldoende raakvlakken
De Commissie van Beroep van Kifid heeft zich op 28 mei 2020 en op 12 juni 2020 uitgesproken over de nazorgplicht van een (verzekerings)tussenpersoon bij premiedaling van overlijdensrisicoverzekeringen. De geschillencommissie van Kifid ziet in haar uitspraak voldoende raakvlakken tussen de feiten in die uitspraken en de feiten in deze kwestie om de uitspraken van de CvB als uitgangspunt te nemen. “Algemene ontwikkelingen, zoals een daling van de premies voor de AOV en dus ook het ingestelde provisieverbod, hebben geen gevolgen voor de dekking van de AOV en vallen daarmee niet onder de nazorgplicht.”
Zorgplicht gaat niet zo ver
De Wet op het financieel toezicht biedt evenmin aanleiding om de nazorgplicht te verruimen, vindt de geschillencommissie. Deze oordeelt daarom dat de (na)zorgplicht van de tussenpersoon niet zo ver gaat dat hij de consument had moeten wijzen op de mogelijkheid de vergoeding voor zijn werkzaamheden via directe betaling en niet meer via provisie te laten verlopen. De geschillencommissie van Kifid wijst daarom de vordering af.