Advieskantoor draait op voor € 7.500 schade door ex-adviseur

Verzekeringskantoor Amptmeijer uit Wezep moet een echtpaar ruim € 7.500 schadevergoeding betalen voor ondeugdelijk advies van een voormalig medewerker die de indruk had gewekt nog bij het kantoor te werken. Dat oordeelt Kifid in een recente bindende uitspraak.

Kifid had vorig jaar in een tussenuitspraak al geoordeeld dat het kantoor uit Wezep ten onrechte de schijn had gewekt dat de adviseur ten tijde van het advies in 2015 nog in dienst was. Hij zou een bankspaarhypotheek fiscaal geruisloos omzetten, maar in plaats daarvan werd de rekening afgekocht en kwam het paar met een annuïteitenhypotheek en een dubbele overlijdensrisicoverzekering te zitten. De adviseur was toen al een jaar niet meer in dienst en had geen AFM-vergunning. Hij wekte met briefpapier, e-mailadres en bedrijfsgegevens wel de schijn nog voor Amptmeijer te werken. Volgens Kifid heeft het kantoor een situatie gecreëerd die misbruik mogelijk maakte: daarom moet het voor de eventuele schade opdraaien, luidde het oordeel. Amptmeijer kon daarna inhoudelijk ingaan op de klacht.

Fout niet betwist

De adviseur zou ervoor zorgen dat de bankspaarrekening fiscaal geruisloos zou worden voortgezet bij de nieuwe geldverstrekker. Door dat na te laten, heeft het echtpaar schade geleden, is de claim. Amptmeijer gaat daar niet tegenin. De aflosnota had op fouten gecontroleerd moeten worden en dat is niet gebeurd. Anders had de adviseur kunnen zien dat de opgebouwde waarde van de bankspaarrekening is uitgekeerd en in mindering is gebracht op de hoofdsom. "De commissie acht het aannemelijk dat de bankspaarrekening hersteld had kunnen worden indien tijdig was gesignaleerd dat de waarde daarvan was uitgekeerd. Gelet op het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat de adviseur is tekortgeschoten in de op hem rustende zorgplicht." Amptmeijer is daarom aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade.

Advieskosten niet vergoed

Het echtpaar vordert € 24.633. Dat bedrag bestaat uit de betaalde advies- en bemiddelingskosten, dubbel betaalde overlijdensrisicopremie, extra hypotheeklasten vanwege de omzetting naar een annuïteitenhypotheek en de langere looptijd en de afkoopkosten voor de bankspaarrekening. Het kantoor acht zich niet gehouden de advieskosten te vergoeden, omdat die aan de adviseur zijn betaald. De extra ORV-premie wil Amptmeijer ook niet vergoeden omdat het paar bij overlijden ook recht had gehad op een dubbele uitkering. Bovendien is de restschuld lager door de afkoop van de bankspaarrekeningen: daar heeft het paar dus voordeel bij. Tot slot vindt het kantoor dat de klanten beter hadden moeten opletten.

Het paar had ook advieskosten betaald als het deugdelijk advies had gekregen”

De geschillencommissie vindt dat de advieskosten niet hoeven te worden vergoed: die kosten had het paar ook betaald als het deugdelijk advies had gekregen. Maar de extra ORV-premie krijgt het stel in beginsel wel terug: "Het is weliswaar waarschijnlijk juist dat als consumenten onverhoopt waren komen te overlijden, zij een dubbele uitkering vanuit de overlijdensrisicoverzekeringen zouden hebben ontvangen. Dit neemt echter niet weg dat als de adviseur de gemaakte afspraak zou zijn nagekomen, consumenten deze extra lasten niet zouden hebben gehad en van een daadwerkelijk voordeel is ook geen sprake nu de oude overlijdensrisicoverzekering niet tot uitkering is gekomen." De afkoopkosten voor de bankspaarrekeningen krijgen de klanten niet terug: er is geen bedrag genoemd en de vordering is te algemeen geformuleerd.

Lasten op basis van lager bedrag

De berekening van de hypotheeklasten moet op nettobasis gebeuren en op basis van een lager geleend bedrag, vindt de commissie. Die schade wordt daarom neerwaarts bijgesteld.
Het echtpaar had het saldo van de bankspaarrekening niet van de lening afgetrokken omdat ze het bedrag niet op hun rekening hadden ontvangen. "Dit neemt echter niet weg dat het bedrag van ruim vijfduizend euro dat door de afkoop is vrijgekomen, onderdeel van het vermogen van consumenten is geworden." Het totale nettonadeel begroot de commissie op € 9.775,- bedraagt.

Ook van consumenten mocht worden verwacht dat zij de aflosnota zouden controleren”

Deels eigen schuld

Verder hebben de klanten eigen schuld, aldus de commissie. "Het had consumenten moeten opvallen dat zij op de aflosdatum een lager bedrag hoefden terug te betalen dan zij van de ‘oude’ geldverstrekker hadden geleend, dan wel dat sprake was van een lagere restschuld dan verwacht. Het had op hun weg gelegen hierover contact op te nemen met de adviseur of de geldverstrekker. Los van de taak van de adviseur om de aflosnota te controleren, mocht ook van consumenten worden verwacht dat zij de aflosnota op eventuele onjuistheden zouden controleren." Ook hadden zij op hun rekeningafschriften kunnen zien dat de oude ORV niet was opgezegd. De schade komt dan ook voor een kwart voor rekening van het echtpaar. Het advieskantoor moet daarom nog € 7.570,68 terugbetalen.

Betalingsregeling

Amptmeijer wil de vergoeding in termijnen betalen omdat anders financiële problemen dreigen. "Dit is een afspraak die partijen onderling dienen te maken en waar de commissie buiten staat", oordeelt Kifid daarover. Het raadt de klanten wel om erover na te denken. "Immers, stel dat Aangeslotene haar faillissement moet aanvragen omdat zij niet meer in staat is om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen, bestaat de kans dat consumenten met lege handen komen te staan."

Uitspraak: 2020-439

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.