In de twee zaken waarin het OM slechts een redigerende rol had in het onderzoek, heeft volgens het gerechtshof vervolging plaatsgevonden zonder dat er formeel sprake was van opsporing. De rechters kwalificeren dat als een fundamentele inbreuk op het strafvorderlijk systeem. Opsporing dient te worden uitgevoerd door ambtenaren onder gezag van een officier van justitie. “Door een inbreuk hierop te maken, is het wettelijk systeem in de kern geraakt.”
De proefzaken werden in 2019 voor de rechtbank gebracht. De rechter oordeelde daar dat het OM niet-ontvankelijk was. In twee zaken bekrachtigt het hof dat oordeel.
Verhoor na onderzoek
Het OM vond dat door hun bemoeienis met het dossier van de verzekeraar het onderzoek wel als opsporing viel aan te merken. In een derde strafzaak is dat mogelijk ook het geval. Daarin werd een verdachte verhoord door de politie nadat de verzekeraar het eigen onderzoek al had voltooid.
Het hof plaatst daar wel kritische kanttekeningen bij. Zo was het beter geweest als het onderzoek inhoudelijk getoetst was voor het in te brengen in het opsporingsonderzoek en het aan te bieden bij de rechter. In een eerdere uitspraak werd ook hier de officier van justitie niet ontvankelijk verklaard. Dat vonnis is vernietigd. Het hof stuurt de zaak voor een nieuwe beoordeling terug naar de rechtbank.
'Meer dan wat we hadden'
Het OM zegt in een reactie niet ontevreden te zijn met de uitspraak. “Er is een opening geboden. Als het onderzoek is gedaan door een verzekeringsmaatschappij en er zit nog wel politie tussen, dan kan het mogelijk wel. Dat is meer dan wat we hadden.”
Groen licht
Ook het Verbond van Verzekeraars is blij dat het hof - onder voorwaarden - groen licht geeft voor een nauwere samenwerking tussen verzekeraars en politie. "Opsporen is de primaire taak van de overheid, maar we zijn blij zijn dat de professionals in fraudebestrijding van verzekeraars een bijdrage kunnen leveren aan de aanpak van verzekeringsfraude onder de regie van de politie en het OM", aldus directeur Richard Weurding.